Interview Moke: Succesvolle eigenwijze vriendenband
Gepubliceerd op dinsdag 7 mei 2013
Ineens was daar in 2007 Moke. Doordat de pas uitgebrachte debuutsingle Last Chance door NOS Studio Sport wordt gebruikt als eindtune tijdens een Champions League uitzending en door een interview en optreden bij De Wereld Draait Door krijgt de band binnen zeer korte tijd een enorme bekendheid. Resultaat: debuutalbum Shorland blijft vanaf binnenkomst liefst 65 weken in de Album Top 100 staan. Anno 2013 is Moke niet meer weg te denken uit de Nederlandse muziekscène. Zaterdag 25 mei speelt de band op de open dag van Bax-shop.nl, tijd dus voor een nadere kennismaking met zanger Felix Maginn, gitarist Phil Tilli en toetsenist Eddy Steeneken. “We zijn een albumband. Misschien is dat ouderwets, maar we brengen platen uit.”
Voor de buitenwereld mag de entree van Moke in de Nederlandse muziekwereld uit het niets gekomen zijn, de band zelf had er bij de grote doorbraak al een paar jaar voorbereiding op zitten. Zanger Felix Maginn, Ier van geboorte, heeft zijn sporen al verdiend in de band Supersub als hij in 2005 contact zoekt met Phil Tilli, gitarist van de Tröckener Kecks. Samen met Rob Klerkx (eveneens afkomstig van Supersub), bassist Marcin Felic en toetsenist Eddy Steeneken (voorheen Flemming) wordt uiteindelijk de groep Moke gevormd. Tijdens de opnames van het debuutalbum komt de band in contact met de Britse rockster Paul Weller, die onder de indruk is en Moke in het voorprogramma van twee van zijn shows zet. Een beginnende band, zo mag Moke dan ook eigenlijk niet meer genoemd worden bij de doorbraak in 2007. “Dat we allemaal al ervaring hadden, maakte het wel makkelijker”, blikt Maginn terug op de beginperiode van de band. “Doordat we het allemaal al eens meegemaakt hadden, maak je niet dezelfde fouten.” Zijn toetsenist valt hem bij. “We hadden alle vier al eens geleerd dat we heel veel zelf moesten doen, overal zelf bovenop zitten en het management in eigen hand houden.” Volgens Tilli is die ervaring ook de reden dat de band pas in 2007 doorbreekt. “We waren slimmer geworden. De onbezonnenheid was er bij ons af. Als je een beginnende band bent wil je als je tien liedjes half af hebt al gaan optreden. We hebben in 2005 in de oefenruimte gezeten, in 2006 ook, en in 2007 was Moke er pas echt.”
Met Last Chance als eindtune van NOS Studio Sport en dat optreden bij De Wereld Draait Door hadden jullie over aandacht in de beginfase van de band niet te klagen. Was dat puur geluk?
Maginn: “Ja en nee. Een elektrisch optreden bij De Wereld Draait Door was toen nog bijzonder. We werden benaderd voor een optreden en hebben toen zelf bedacht dat het elektrisch moest gaan worden.”
Tilli: “We hebben toen de stoute schoenen aangetrokken en hebben gevraagd waarom we dat niet zouden kunnen doen. Het antwoord was dat het nooit eerder was gedaan. Vonden we geen argument natuurlijk. Een paar dagen later kregen we het verlossende woord en mochten we daar als misschien wel de eerste band elektrisch spelen. Dat zorgde natuurlijk voor veel aandacht. Dus wat dat betreft is het geen geluk geweest, maar hebben we daar een hand in gehad. Bij de NOS was het wel puur geluk, trouwens.”
Steeneken: “Ik werkte toen in een kroeg, waar veel mensen van de NOS kwamen. Het een en ander heb ik eens uitgelegd en van het een kwam het ander. Zat Last Chance onder de eindtune van Studio Sport tijdens een Champions League uitzending, als alles nog even samengevat wordt.”
Tilli: “Dat konden we vervolgens weer vertellen bij De Wereld Draait Door. En dat we ontdekt zijn door Paul Weller en het weekend erna geboekt waren op London Calling. Je moet geluk hebben, maar we hadden ook wel wat te vertellen.”
De manier waarop jullie het aangepakt hebben, is dat ook wat jullie beginnende bandjes zouden aanraden die naar hetzelfde platform als Moke door willen stoten?
Steeneken: “Je moet goed kijken wat je als bandje te vertellen hebt. Wacht maar tot je er echt klaar voor bent, hoe moeilijk dat ook is. Je gaat het beste presteren als je er ook echt klaar voor bent. Je krijgt maar één kans.”
Tilli: “Voor ons was het last chance. Letterlijk, haha. Je moet als beginnende band ook wel live spelen, al hadden wij dat natuurlijk al gedaan. Alleen, presenteer je pas als je ook echt klaar bent.”
Steeneken: “Eigenlijk heb je ook geen haast, als toch nog niemand je kent.”
Na het debuutalbum Shorland volgen er nog twee studioalbums, The Long & Dangerous Sea in 2009 en Collider in september 2012. Tussen die twee albums brengt Moke in 2010 een album uit met het Metropole Orkest. In datzelfde jaar speelt de band met het orkest op Pinkpop en in de Heineken Music Hall en een jaar later gaat Moke het theater in. Vanaf de daadwerkelijke start in 2007 tot het optreden op de open dag van Bax-shop.nl heeft de band veel bereikt. “Of we gedaan hebben wat we bij de oprichting in 2005 in gedachte hadden”, herhaalt Maginn de vraag. “Je hebt bij zo’n begin geen idee waar het gaat eindigen. Je denkt alleen maar aan de korte termijn, niet aan de lange. Je hoopt dat je een plaat mag gaan opnemen.” Toch had de band wel bepaalde doelen voor ogen, vertelt Tilli. “We hadden wel een verlanglijstje, ja. Met daarop onder andere Pinkpop. Als we het goed zouden aanpakken, wisten we dat dat haalbaar moest zijn. En een gouden plaat krijgen, maar niet ten koste van alles.”
Omschrijf de band Moke eens in een paar woorden.
Maginn: “Eigenwijs.”
Tilli: “Vriendenband.”
Steeneken: “En daardoor houdbaar.”
Ik vraag er naar omdat er altijd wordt gezegd, Moke is Britpop. Is het voor een band vervelend om zo in een hokje te worden geduwd?
Tilli: “Het is niet erg als mensen een associatie met je hebben. Die mensen kennen je in ieder geval. Maar ik denk dat Moke net zoveel invloeden van Amerikaanse als van Britpop bands heeft. We rolden in het begin ook met Editors en Arctic Monkeys mee.
Maginn: “Ik vind de gemiddelde Engelse band ook niet echt leuk. Ben wel een liefhebber van Britse muziek, maar niet van de Britpop van nu. Meer van The Who en Small Faces. Eigenlijk zijn we meer een Britse Wave band.”
Voor Collider zocht Moke de samenwerking met producer Gordon Groothedde. Wat is zijn invloed geweest op het album?
Steeneken: “We waren erg tevreden over de eerste twee albums, maar we zochten een nieuwe uitdaging. We wilden iets anders om het fris te houden.”
Maginn: “Tijdens het schrijven van de nummers was Gordon er ook. Het album is in drie keer opgenomen, vlak voor die opnames kwam hij ook altijd even langs. De luisteraar kan zijn invloed horen doordat er veel meer koren zijn, veel meer melodieën. Maar dat kwam ook wel door onszelf.”
Steeneken: “Er zit ook veel meer harmonie in de zang. Studiotijd is duur, en de zang kwam altijd als laatste. Dat werd soms wel eens te snel gedaan. Gordon heeft dat anders gedaan, daar had hij wel invloed op.”
Vanwaar de keuze om de plaat uit te brengen op Cloud9, onderdeel van Armin van Buuren’s Armada-label?
Maginn: “We hadden de eerste albums zelf gefinancierd en uitgebracht bij PIAS. Maar we wilden dus bij Collider gaan werken met een producer en dat werd te duur voor PIAS. Cloud9 durfde dat wel aan.”
Steeneken: “En eigenlijk ook wel weer om het weer net wat anders te doen.”
Tilli: “Doordat we bij Cloud9 zitten is er nu ook een danceversie van Lessons To Learn, de tweede single van die plaat. Dat komt natuurlijk doordat het onderdeel van Armada is. Als leek weet ik niet of het goed is, maar ik hoor in ieder geval het origineel er nog in terug!”
Lessons To Learn kwam met een bonustrack op iTunes, een cover van Lou Reed’s Perfect Day. Hoe belangrijk zijn zulke acties in deze tijd?
Maginn: “Dat heeft niet eens zozeer een commerciële reden. Wij zijn allemaal jongens opgegroeid in de jaren ’80. De tijd dat we tegen de wind in 12 kilometer fietsten voor de nieuwe single van Paul Weller. En als er dan een B-kant verscheen, gingen we weer. Daar zijn we mee opgegroeid, vinden we mooi.
Tilli: “En niet te vergeten dat we het ook erg leuk vinden om covers te spelen.”
Moke mag dan een van de bekendste bands van Nederland zijn, maar alle andere successen ten spijt, een echt grote hit heeft de band nog niet op zijn naam geschreven.
Steeneken: “We zijn een albumband. Misschien is dat ouderwets, maar we brengen platen uit. Soms horen we dat er een nieuwe plaat is van een artiest, maar dat gaat dan over een single.”
Tilli: “Ik snap wel wat je bedoelt, maar al onze singles komen wel in de Single Top 100. Ik kreeg laatst op Google een melding dat we onze twaalfde Top 100 notering hadden. Ik ben net vader geworden, ik kan later wel tegen mijn kind zeggen dat papa twaalf keer in de Single Top 100 heeft gestaan.”
Nog geen reacties...