Interview Paskal Jakobsen: Twintig jaar Bløf
Gepubliceerd op dinsdag 29 mei 2012
Als in 1992 de band Bløf het levenslicht ziet, wijst niets nog op een gouden toekomst. De Zeeuwse band is voornamelijk lokaal actief en het duurt tot 1998 voor de grote doorbraak wordt beleefd. Twintig jaar later mag Bløf zich anno 2012 onmiskenbaar één van de grootste Nederlandse bands allertijden noemen. Twintig bewogen jaren, die door schrijver Ernst Jan Rozendaal gevangen zijn in het jubileumboek ‘Hier, 20 jaar Bløf’, dat eind april verscheen. Reden voor Bax-shop.nl voor een gesprek met zanger Paskal Jakobsen. Twintig jaar Bløf betekent niet alleen twintig jaar hits, maar ook twintig jaar instrumenten, studio’s en andere apparatuur.
Gitaren
“Welk merk het was? Wacht, ik pak ‘m er even bij.” Het gesprek aan de grote ovalen tafel in de fraaie herenkamer van zijn ruime huis is nog geen vijf minuten onderweg, of Paskal Jakobsen verdwijnt in de richting van zijn thuisstudio. Met een stokoude gitaar in zijn linkerhand komt hij terug. “Ja, Melody, dat was het merk. Dit is de eerste gitaar die ik ooit kocht, toen ik acht jaar was. Ik wilde heel erg graag op gitaarles. De gitarist van het bandje van mijn broer ging mij les geven en dus moest ik ook een gitaar hebben. Dat werd dus deze nylonsnarige akoestische gitaar.” Jakobsen stemt de gitaar wat en begint erop te tokkelen. Het is inmiddels zo’n dertig jaar geleden, maar ondanks de aanwezigheid van diverse stukken zwarte tape op de body werkt de gitaar nog naar behoren. “Een gitaar gaat nooit kapot. Eigenlijk zit die tape er ook maar voor de sier op. Ik vond het bij één van de optredens die ik met deze gitaar heb gedaan wel stoer om de gitaar er oud uit te laten zien. Die tape laat nu echt niet meer los.” Niet veel later liggen er nog twee gitaren op tafel, een elektrische Kimaxe en een akoestische 12-snarige Ibanez. Na de Melody de tweede en derde gitaar van Jakobsen. “Die moet je nooit wegdoen. Ik heb het ooit wel gedaan. Die Kimaxe heb ik ingeruild voor die Ibanez. Jaren later stond ik bij gitaarbouwer Sjak Zwier in de winkel, toen ik een jonge jongen, Angelo de Rijke, de latere gitarist van onder andere Anouk, met een gitaar binnen zag komen. Die wilde hij graag inruilen. Toen hij dat gedaan had, heb ik meteen de gitaar die hij kwam inruilen gekocht. Want ik zag direct dat het mijn Kimaxe was. En dan was het misschien wel een hele doffe, zwarte gitaar die eigenlijk ook niet zo goed klonk, het was wel mijn eerste elektrische!”
De Melody, Kimaxe en Ibanez gitaren zijn inmiddels niet meer dan relikwieën uit een ver verleden. Herinneringen aan de tijd dat de band Bløf nog niet eens in de kinderschoenen stond. Eind jaren ’80 wordt Jakobsen op 14-jarige leeftijd zanger in het bandje Trouble Every Day van Peter Slager en Henk Tjoonk. Als die band ophoudt te bestaan, gaat Jakobsen aan de slag in de band Wolfclan Sister. In 1992 richten Slager, Tjoonk en Jakobsen Bløf op. “Eigenlijk ben ik een beetje tegen wil en dank gitarist van Bløf geworden”, bekent Jakobsen twintig jaar later. “Ik zie mezelf meer als zanger dan als gitarist. Ik ben dan wel eerder begonnen met gitaarspelen dan met zingen, maar de liefde voor het zingen heb ik altijd gehad. Nu ik bijna veertig ben, vind ik wel dat ik een aardig deuntje kan spelen, maar ik ben daar altijd vrij lui in geweest. Bij de oprichting van Bløf hielden we audities voor een gitarist. Dat werd helemaal niets. Dus ben ik het zelf gaan doen, maar al snel ontdekten we dat er een vierde man bij moest komen. In een trio moeten alle drie de muzikanten bijna virtuoos zijn. Dat was ik absoluut niet. Zo is Bas bij de band gekomen en werd ik de gitarist van Bløf.” De rest is geschiedenis. Bløf is inmiddels één van de meest succesvolle bands uit de Nederlandse pophistorie en Jakobsen is nog steeds zanger én gitarist van de band. “Tegenwoordig speel ik eigenlijk alleen maar met T-model gitaren. Eerst bouwde Sjak Zwier die altijd, de laatste tijd maakt Eus van Veggel ze. Live altijd met P90-elementen. Waarom een T-model? De klank. Je bent altijd op zoek naar een bepaald geluid. Transparant, noten horen; dat is typisch dat model. Wij maken toch popmuziek, dan wil je de akkoorden kunnen horen. Door de jaren heen zijn we door schade en schande wel wijzer geworden. Het is zoveel makkelijker om met veel gain te spelen. Als je dan slordig speelt, hoor je dat minder. Met minder gain is het moeilijker, maar wel beter.”
Naakt Onder De Hemel
Terug naar het prille begin. Twee jaar na de oprichting van de band duikt Bløf voor het eerst de studio in voor het opnemen van een album. Repeteren doen Slager, Kennis, Jakobsen en Tjoonk in een oefenruimte in Wemeldinge. “Daar stond een akoestische piano, van ongeveer 150 gulden. Dat ding was gigantisch slecht gestemd, een halve toon te laag. Toen hebben wij onze ook niet al te goede gitaren maar een halve toon lager gestemd en zijn we gaan oefenen. We hebben toen ook nog een speelgoed keyboard gekocht, zo eentje met tien voorgeprogrammeerde geluiden. Dat moest het orgel voorstellen. Zat Bas complete Hammond-partijen te spelen op zo’n klein keyboard. Als ik er nu op terugkijk, was het heel romantisch allemaal.” Het debuutalbum Naakt Onder De Hemel wordt eind 1994 opgenomen in een tot studio omgebouwd bedrijfspand in Zierikzee. Terugkijkend op die opnames noemt Jakobsen het ‘geklooi van het eerste uur’. “We hadden geloof ik ieder één gitaar om mee te spelen. We hadden wel de beschikking over een enorme Bösendorfer-piano, die was echt gigantisch. Die hadden we geleend van De Hamernoot in Middelburg, en dat bleek het begin van een lange samenwerking, want die leveren nog steeds piano’s voor ons. We maakten analoge opnames op ADAT… Het was dan wel geklooi, maar ik vind het leuk om te kunnen zeggen dat wij de overgang naar het huidige tijdperk van zo dichtbij hebben mogen meemaken. Dat gaan de nu beginnende bands niet meer kunnen zeggen.”
Alles Blijft Anders
In 2011 viert Bløf al een klein jubileum. In februari verschijnt Alles Blijft Anders, het tiende studioalbum van de band. Voor de opnames van de plaat week Bløf eind 2010 uit naar de legendarische Hansa Tonstudio in Berlijn, waarmee de band in de voetsporen trad van onder andere Depeche Mode, U2, David Bowie en Snow Patrol. Een groter verschil met de omgebouwde bedrijfsruimte in Zierikzee is amper denkbaar. Jakobsen: “Tussen Naakt Onder De Hemel en Alles Blijft Anders ligt een verschil van dag en nacht. Technisch gezien is alles vele malen beter uitgekristalliseerd. Eigenlijk kun je het niet eens meer met elkaar vergelijken. Ik denk ook niet dat het kwalitatief allemaal nog veel beter gaat worden. Als ik nu terugkijk naar de albums die we gemaakt hebben, verbaas ik me wel eens over de moeite waarmee we soms dingen opnamen. Nu gaan we de studio in, maken we een guide track en spelen we mee. Is het goed? Dan gaan we verder. Dat staat echt in schril contrast met vroeger.” Jakobsen nam al eerder het woord romantisch in de mond. De vraag die dan ook rijst is of Bløf niet weer eens een album op de ouderwetse manier zou willen opnemen. “Die stap terug hebben we ooit ook eens gedaan, bij het opnemen van Blauwe Ruis”, blikt de zanger terug. “Toen hebben we een pand in Dishoek gehuurd en zijn we op dezelfde wijze gaan werken. Het was het eerste album dat we opnamen na de dood van Chris (Götte, de in 2001 bij een motorongeluk overleden drummer van Bløf, red.) en dat wilden we dichtbij huis doen. Het verschil met Naakt Onder De Hemel was natuurlijk wel dat we al een stuk meer ervaren waren. We hebben die locatie in Dishoek helemaal tot studio omgebouwd. Waar nodig de deuren eruit gehaald, de muren opengebroken, hele ruimtes dood gemaakt omdat ze een slechte akoestiek hadden.”
Enkele pré-producties voor Alles Blijft Anders werden gemaakt in de GAM Studios in het Belgische Waimes. Bløf trekt zich daar in de Ardennen, vlak bij Malmedy, sinds enige tijd geregeld terug voor schrijfsessies en repetities. “In Waimes zitten we dan in een heel klein B-studiootje, dat eigenlijk onderdeel is van de grote GAM Studios. Een afgetrapt hok, waar alles oud is. Volgens mij is Pro Tools 6.2 het maximale dat daar bijvoorbeeld gedraaid kan worden. Maar het klinkt daar ontzettend goed, we zitten daar zó graag. We nemen daar soms demo’s op die plaatwaardig zijn. Die zijn goed uitgeruist en zouden we als we zouden willen direct kunnen gebruiken. Erg prettig natuurlijk, want daarmee vang je het momentum. Vroeger kon dat niet. Dan had je die ene solo perfect gespeeld, maar moest het later opnieuw ingespeeld worden. Ik denk ook dat we daar beter schrijven. Misschien is dat we met zijn vieren samen zijn belangrijker, maar ik denk wel dat de locatie waar je schrijft ook belangrijk is. Als een plaats zich bewezen heeft, zoals Waimes dat heeft, dan ga je daar naar terug. Het is ook wel een beetje op safe spelen. Je wéét dat het daar goed klinkt, dat het betaalbaar is, dat we daar één á twee nummers per dag schrijven, dat het midden in de natuur ligt op nog geen drie uur rijden van huis en dat er in een straal van 15 kilometer niets is. Dan pas kom je een bowlingbaan tegen. Waarom zou je niet teruggaan als je weet dat alles goed is?”
Bløf-sound
Het is niet veel bands gegeven uitgebreid stil te kunnen staan bij het 20-jarig jubileum. Bløf kan het, en doet het met het genoemde boek én een jubileumconcert op zaterdag 3 november in het nieuwe Ziggo Dome in Amsterdam dan ook. “Een tip voor beginnende bands om ook zo ver te komen? Blijf muziek maken. Ik zal zeker niet zeggen dat bands moeten doen wat wij gedaan hebben, ze moeten geloof in hun eigen kunnen hebben. Energie in hun band stoppen, en de relatie tussen de bandleden onderling goed houden. Dat is erg belangrijk, bij elkaar blijven. Niet te snel het bijltje er bij neergooien na een tegenslag. Het zijn misschien tegeltjeswijsheden, maar dat is wel echt belangrijk. En natuurlijk moet je talent hebben, maar geloof in eigen kunnen is minstens net zo belangrijk. Ik geloof ook echt niet in geluk. Ik haat het als mensen tegen ons zeggen dat we gewoon geluk hebben gehad. Pech, dat bestaat wel. Dat je net voor dat ene belangrijke optreden moet afzeggen omdat je die middag je arm hebt gebroken bij een ongeluk. Je moet onderweg de juiste mensen herkennen én erkennen. Zien wat belangrijk is, en wat niet.”
Naakt Onder De Hemel, Helder, Boven, Watermakers, Blauwe Ruis, Omarm, Umoja, April, Oktober en Alles Blijft Anders. Twintig jaar Bløf, tien studioalbums, honderden studio’s, nog meer instrumenten, maar altijd dat typische Bløf-geluid. “De drums van Omarm hebben we opgenomen in het Beauforthuis in Austerlitz. Daar hadden we eens een concert gedaan en dat beviel dusdanig goed dat we dat daar wilden doen. Voor Umoja hebben we zo’n beetje iedere studio in Nederland aangedaan. Maar inderdaad, we hebben wel altijd ons eigen geluid gehouden. Eigenlijk gooien we voor dat geluid onze trukendoos open en doen we niet ons best. Vier man combineren hun eigen trucje en zo wordt het een Bløf-liedje. We zijn soms eindeloos op zoek naar iets nieuws, terwijl we geen voorlopers zijn. Er moet wel iets van eenheid inzitten. Daarom moet typisch Bløf er ook zijn. Misschien dat Umoja wel een uitzondering was, maar zelfs daar hoor je ons geluid in terug. Eigenlijk is de typische Bløf-sound een beetje een zwaktebod!”
‘Hier, 20 jaar Bløf’ – Ernst Jan Rozendaal is verkrijgbaar bij de grotere boekhandels.
Nog geen reacties...