Zanger & repetitie – Hoe kom je boven het bandgeluid uit?
Gepubliceerd op maandag 31 augustus 2020
Voor zangers kan repeteren met een band een zware opgave zijn, omdat het bij een repetitie zo moeilijk is om boven het geluid van de band uit te komen Daar kan de vocalist zelf het nodige aan doen, maar ook de andere bandleden spelen hierin een belangrijke rol. Dit artikel is daarom niet alleen interessant voor zangers, maar voor iedere muzikant die in een band speelt!
- Van drums naar dwarsfluit
- Kleine oefenruimte
- Rug tegen de muur
- Cultuuromslag
- Feedbackgrens
- Wees een teamspeler
- Zangers en spullen
- Eigen monitor
- Zanginstallatie
- Goed om te weten
- Feedback destroyer: de oplossing?
- Neem iedere repetitie op
- Zoek de ideale plek
- Opstelling in oefenruimte
- Zie ook
Van drums naar dwarsfluit
Vrijwel iedere zanger of zangeres die in een amateurband speelt, zal dit herkennen: een kleine oefenruimte en een band waar je met je zang bijna niet bovenuit komt. Dat is niet alleen vervelend tijdens het repeteren, maar het wreekt zich ook tijdens optredens. Want het verschil in de geluidservaring is dan zo groot met die van een repetitie, dat een zanger tijdens een optreden doorgaans niet weet wat hem overkomt. Met desastreuze gevolgen voor de zangprestaties op het podium. Het is alsof je tijdens de repetities altijd hebt gedrumd en dan plotseling op het podium dwarsfluit moet spelen. Nog een probleem: probeer bovenstaande maar eens duidelijk te maken aan je medebandleden. Die zullen waarschijnlijk vol onbegrip reageren op jouw zangproblemen op het podium. Maar kun je je medebandleden voor de volle honderd procent als schuldige voor deze problemen aanwijzen? Nee, dat toch ook weer niet. Want als zanger speel je hier zelf ook een rol in. Toch is de oplossing is vrij eenvoudig, zoals je in dit artikel kunt lezen.
Kleine oefenruimte
Veel bands hebben een kleine of in elk geval niet al te grote oefenruimte. De ideale situatie zou zijn om in een podiumopstelling te gaan staan, om zo een podiumsituatie zo goed mogelijk na te bootsen. In de praktijk zal dat helaas vaak niet lukken. Daarom gaan bands doorgaans in een soort cirkel staan. Dat is prima voor de onderlinge communicatie en je kunt je geluid richten op de andere bandleden. Helaas heeft deze opstelling nadelen, die bovendien worden versterkt doordat veel bands tijdens het repeteren op een te hoog volume spelen. De redenen voor dat hoge volume kunnen divers zijn. Zo zijn veel muzikanten onvoldoende getraind om hun eigen geluid uit het totaalgeluid te pikken. Dus draaien ze het volume van hun versterker op om zichzelf te kunnen horen. Een veelgehoord argument van gitaristen is dat hun versterker pas goed klinkt als die hard staat. Daar zit een kern van waarheid in, want buizenversterkers krijgen pas vanaf een bepaald volume hun karakter. Maar dit argument is niet steekhoudend, want je kunt tegenwoordig zogeheten power attenuators kopen: die brengen het volume van een (buizen)versterker terug terwijl het karakter behouden blijft. Dan is er nog een reden voor hard spelen tijdens repetities. Veel bands willen tijdens het repeteren de kick van een optreden hebben. Dat vertaalt zich in het spelen op hoog volume. “Daarvoor geldt maar één advies”, stelt zangcoach Alfons Verreijt. “Ga je oefenhok uit en zorg dat je optredens krijgt. Eén optreden is een betere repetitie dan tien repetities bij elkaar. Dus waar wacht je nog op?”
Rug tegen de muur
Repeteren op hoog volume is voor geen enkele muzikant goed, alleen al met het oog op blijvende gehoorschade. Maar er is één muzikant die door het hoge volume ter plaatse al in de problemen komt. Dat is de zanger. Die moet zichzelf goed kunnen horen om goed te kunnen zingen. Uiteraard kan het volume van de zanginstallatie omhoog. Maar je loopt dan al snel tegen het probleem van feedback (rondzingen) aan. Een hard spelende band zet zijn zanger met de rug tegen de muur. Een muur die feedback heet. En juist in kleine ruimtes is die muur letterlijk en figuurlijk dichtbij, want hoe kleiner de ruimte, des te eerder feedback optreedt. Wat gaan zangers in een oefenruimte doen als de volumeknop niet verder omhoog kan en ze zichzelf niet kunnen horen? Dan gaan ze harder zingen. Nu is het zo dat in de pop en rock meestal met compressie wordt gezongen. Dat is een kenmerkende manier van zingen voor deze muziekstijlen. Bij zingen met compressie kan je ‘eigen volumeknop’ van drie tot zeven (dus niet tot tien). Met compressie harder zingen dan zeven is schadelijk voor je stem. Zeker als je dat een groot deel van een repetitie moet doen. Het alternatief is zingen zonder compressie en dan met name belten. Maar wel of niet belten (zingen met een schreeuwend, krijsend geluid) is vooral een artistieke keuze en zou geen gedwongen keuze moeten zijn. Maar ook al zou je dat als medemuzikant niet zoveel kunnen schelen, het wreekt zich toch. Want als bandleden door hard spelen hun zanger dwingen om hard te zingen, is de kans groot dat de optredens van deze band de mist in gaan. De praktijk leert dat zangers zo overdonderd zijn door het enorme verschil in geluidservaring tussen oefenruimte en podium, dat het vaak helemaal misgaat met de zang tijdens een optreden.
Cultuuromslag
Zachter spelen tijdens repetities is deels een ‘cultuuromslag’. Daarnaast kun je een aantal technische maatregelen nemen die helpen om ook daadwerkelijk zachter te kunnen spelen zonder dit als ’teruggang’ te ervaren. Het ijkpunt voor het volume van een band in een oefenruimte is de zang. Want, zoals hiervoor uitgelegd, de zang is scherp begrensd in zijn volume. Een zanger van een band moet tijdens repetities net zo lekker kunnen zingen als tijdens een optreden, dus op hetzelfde volume. Het maximale volume van de zang in een oefenruimte wordt bepaald door meerdere factoren. Je zou er deze rekensom van kunnen maken: het maximale volume van de zang = maximale volume van de zanginstallatie minus de feedbackgrens minus het maximale (akoestische) volume van de zangstem. Het zal je misschien verbazen, maar het maximale volume van de zangstem heeft heel weinig invloed. Het helpt nauwelijks om harder in de microfoon te zingen. Bovendien kan het funest zijn voor je stem.
Feedbackgrens
Van veel grotere invloed is de feedbackgrens: hoe hoog kun je het volume opdraaien voordat het gaat rondzingen? De feedbackgrens wordt bepaald door meerdere factoren. Bijvoorbeeld de klankkleur van de zanginstallatie: een schellere klank geeft eerder kans op feedback. Door je zanginstallatie goed af te stellen, verhoog je de feedbackgrens. Ook van invloed op de feedbackgrens zijn de grootte van de oefenruimte en de bekleding van die ruimte. Hoe groter de ruimte, des te hoger de feedbackgrens. Wat je zou kunnen doen, is de wanden van de oefenruimte bekleden met dempend materiaal. Je kunt de feedbackgrens nog verder verhogen door de keuze van de juiste microfoon. De vorige aflevering van deze serie was geheel gewijd aan zangmicrofoons. De kans is groot dat die geweldig klinkende condensatormicrofoon voor op het podium minder geschikt is voor repetities. Waarom? Omdat een condensatormicrofoon doorgaans gevoeliger is voor feedback dan een dynamische microfoon. Het loont dus de moeite om voor repetities een andere microfoon aan te schaffen. Financieel is het te overzien, want voor vier of vijf tientjes heb je al een dynamische microfoon die prima voldoet tijdens repetities. Dan weer even terug naar de rekensom. Het maximale volume van de zang wordt ook bepaald door het maximale volume van de zanginstallatie. Maar deze factor is een stuk kleiner dan de hiervoor besproken feedbackgrens. In feite moet je voor repetities voldoende hebben aan een zanginstallatie van 80 tot 100 Watt. Meer vermogen hoeft niet, want dat kun je in de meeste ruimtes toch niet ‘kwijt’.
Wees een teamspeler
Tot zover de maatregelen die je kunt nemen om het maximale volume van de zang in een oefenruimte te verhogen. Dat brengt ons bij de volgende stap: de band moet zachter gaan spelen. Zoals gezegd, is dat vooral een kwestie van cultuuromslag. De bereidheid van je medemuzikanten om zachter te gaan spelen, is van doorslaggevende betekenis. Als band ben je een team. Een muzikant die niet bereid is om zachter te spelen voor een beter resultaat, is geen teamspeler. Naast de cultuuromslag kan een band ook technische maatregelen nemen om op een prettige manier zachter te kunnen spelen. Veel winst valt te halen met de opstelling. “Een belangrijke factor in een hoog bandvolume is het volume van de gitaarversterker”, stelt Alfons. “Vaak staat dit volume te hoog, wat andere bandleden aanzet om ook harder te gaan spelen. Gitaargeluid heeft veel mid en hoog. Daardoor gaat gitaargeluid altijd rechtdoor. Je hoort gitaargeluid het beste als je oor zich recht voor de versterker bevindt. De praktijk is echter dat gitaarversterkers doorgaans op de grond staan, met de gitarist er vlak voor. Daarmee blaast hij wel de vouwen uit zijn broekspijpen, maar heeft hij de slechtste plek om zichzelf te horen. De gitarist of toetsenist die op enkele meters tegenover hem zit of staat, krijgt de volle laag.” Wat is de oplossing? “Kantel de gitaarversterker naar achteren”, adviseert Alfons. Maar wat als de gitaarversterker een losse topkast heeft? Die valt er dan toch af? Het antwoord van Alfons is resoluut: “Gitaarversterkers met een losse topkast hebben meestal een te groot vermogen en zou je eigenlijk niet eens moeten toelaten in een oefenruimte. De verleiding om ze snoeihard te zetten, is veel te groot.” Veel winst is te halen als de gitarist enkele meters van zijn versterker af gaat staan. Bijvoorbeeld zoals we in de illustratie hieronder hebben aangegeven. Wellicht dat een gitarist gaat tegensputteren als je naar deze alternatieve opstelling wil. Met als argument dat hij op die afstand niet aan zijn knoppen kan draaien. “Maar een gitarist hoeft niet voortdurend aan zijn knoppen te draaien, liever niet zelfs”, stelt Alfons, zelf ook gitarist. “Vrijwel alles is te regelen via de pedaaltjes die voor je op de grond liggen.” Voor bassisten luistert het plaatsen van de versterker minder nauw. Want het lage basgeluid is veel minder richtingsgevoelig dan het gitaargeluid. Een uitzondering is als de bassist veel slapping toepast in zijn spel. Dan komt er meer mid en hoog in het basgeluid en dan is het ook voor de bassist aan te raden om zijn versterker te kantelen of hoog te plaatsen. En de zanger? Ga met je gezicht naar de boxen van de zanginstallatie staan. En probeer zo te gaan staan dat de microfoon van de bekkens af staat. Anders worden die meeversterkt met de zang.
Zangers en spullen
Tot zover de band. Nu wordt het tijd om de zangers zelf onder handen te nemen. Een feit is dat nogal wat zangers hun spullen niet goed voor elkaar hebben. Of sterker nog, ze hebben helemaal geen spullen. Hoeveel zangers zijn er niet die geen eigen microfoon hebben? Ze zijn er altijd maar van uitgegaan dat die voor hen klaarligt. Laat staan hoeveel zangers er zijn die geen eigen zanginstallatie hebben. Klopt, apparatuur kost geld. En je hebt wat te sjouwen als je je eigen zanginstallatie meeneemt. Maar heb je er wel eens bij stilgestaan voor hoeveel kapitaal aan spullen jouw medemuzikanten de oefenruimte in sjouwen? Dat kan per muzikant oplopen tot duizenden euro’s. Vooral toetsenisten moeten schrapen om met fatsoenlijke apparatuur een band te betreden. Vraag het ze maar eens hoeveel hun spullen kosten. Soms zijn toetsenisten ook nog zo gek om de zanginstallatie te leveren voor die ‘arme’ zanger. Sterker nog, ze stellen de installatie ook nog voor hem op. Want de zanger weet niet hoe het allemaal werkt en bovendien komt hij of zij op het laatste moment binnen. En is vaak ook als eerste weer weg.
Eigen monitor
Bovenstaande is misschien wat sterk gesteld, maar het zal veel muzikanten bekend in de oren klinken. Wees dan als zanger ook niet onaangenaam verrast als je medebandleden soms weinig begrip tonen voor jouw zangproblemen tijdens repetities. Als jij als zanger je spullen goed voor elkaar hebt en je weet hoe het allemaal werkt, zullen ze je ongetwijfeld serieuzer nemen… En als je dan ook af en toe helpt om een koffer of een statief te sjouwen en niet altijd als eerste weg bent, dan wordt het er allemaal nog beter op. Het minste dat je als zanger bij je moet hebben, is een eigen microfoon, een microfoonkabel, een statief en eventueel een muzieklessenaar (met lampje en reservebatterijen). De kosten daarvan zijn een schijntje vergeleken bij de kosten die je medemuzikanten maken. Verder is het aan te raden om als zanger een actieve monitor te hebben. Dat is een monitor met een ingebouwde versterker, die je op de zanginstallatie kunt aansluiten. Die kun je voor je op de grond leggen. Je hoort jezelf dan nog beter dan over de zanginstallatie. Het is de moeite waard om die aan te schaffen. Let bij het plaatsen van de monitor wel op de richtingskarakteristiek van je zangmicrofoon. Heb je een microfoon met een hypercardioïde (hypernier) karakteristiek, zoals de Shure Beta? Dan vangt je microfoon aan de achterkant ook geluid op. Staat je monitor dan recht achter je microfoon, dan vergroot je de kans op feedback. Zet in dat geval de monitor schuin voor je.
Zanginstallatie
Zorg er als zanger voor dat je weet hoe een zanginstallatie werkt. Het is allemaal niet zo moeilijk en er is altijd wel een medemuzikant die het je wil uitleggen. “Veel instrumentalisten zijn voortdurend bezig met hun sound”, constateert Alfons. “Zangers daarentegen zingen alleen maar. Het enige dat ze met hun stem doen, is versterken. Met hoogstens galm als toegevoegd effect. Maar er is nog veel meer mogelijk, door bijvoorbeeld equalizing en andere effecten. Daardoor kun je meer uit je zang halen. En je kunt je sound kleuren, zoals dat ook gebeurt bij plaatopnames.” Zie ook het artikel hierover.
Goed om te weten
Feedback destroyer: de oplossing?
Hierboven wordt uitgelegd dat feedback een belangrijke begrenzer is voor het volume van de zang. Ook doen we een aantal suggesties om de feedbackgrens te verhogen. Een andere mogelijkheid om de feedbackgrens te verhogen, is door een zogeheten feedback destroyer aan de zanginstallatie te koppelen. Dat is een soort geautomatiseerde fijnmazige equalizer die de frequenties terugdrukt die willen gaan rondzingen. Zangcoach Alfons Verreijt heeft hierover zijn bedenkingen: “Ik ken deze apparaten. Maar uit de praktijk weet ik dat het tegenvalt. Bovendien moet je je afvragen of je onbeperkt omhoog wil kunnen met je volume. De grens van gehoorschade is al snel bereikt.”
Neem iedere repetitie op
“Neem iedere repetitie op”, adviseert zangcoach Alfons Verreijt. “Daar zijn tegenwoordig prachtige en betaalbare apparaatjes voor. Er is geen enkele reden aan te voeren waarom je een repetitie niet zou opnemen. Luister de opnames thuis af en je hoort meteen waar je als muzikant nog aan moet werken. Het vergroot de effectiviteit van je repetities enorm. Bovendien leg je spontaan ontstane muzikale ideeën vast, dus die raak je nooit meer kwijt. Het is echt verspilling van repetitietijd om niet op te nemen.”
Zoek de ideale plek
Heb je als muzikant de ruimte om een plek te kiezen op het podium of in de oefenruimte? Loop dan rond om te checken waar je voor jezelf het lekkerst klinkt. Door de akoestische eigenschappen van een ruimte kan dat per plek enorm schelen.
Opstelling in oefenruimte
- Door een andere opstelling te kiezen in je oefenruimte, kun je een stuk zachter spelen zonder dat je dit ervaart als ’teruggang’. In de bovenste illustratie zie je de klassieke opstelling zoals je die bij veel bands in een oefenruimte ziet. In de onderste illustratie zie je een alternatieve opstelling waarin je zachter kunt spelen. Dat werkt als volgt:
- In de klassieke opstelling staat de zanger midden tussen de versterkers van gitarist en gitarist/toetsenist. Hij krijgt daarmee de volle laag van het gitaar- en/of toetsengeluid. In de alternatieve opstelling bevindt de zanger zich buiten die vuurlinie.
- In de klassieke opstelling bevinden de zangboxen zich achter de zanger. In de alternatieve opstelling staat hij er met zijn gezicht naar toe, waardoor hij zichzelf beter kan horen. Een eventuele zangmonitor op de grond voor de zanger kan dit nog verder verbeteren (zie eerder in het artikel).
- In de klassieke opstelling staat iedere gitarist vlak voor zijn versterker, die bovendien op kniehoogte staat (waardoor hij zichzelf niet goed hoort). Hij hoort vooral de gitarist tegenover hem. In de alternatieve opstelling staan ze verder van hun versterkers af, waardoor ze zichzelf beter kunnen horen. Achterover kantelen van de versterkers geeft nog een verdere verbetering.
- Doordat de zanger in de alternatieve opstelling 180 graden is gedraaid, is de drummer moeten verkassen. Anders vangt de zangmicrofoon te veel bekkengeluid op.
- Doordat de drummer is verkast, kan het gebeuren dat de bassist niet meer naast hem kan staan. Op het podium is dat een must, maar tijdens een repetitie hoeft dat niet per se. In deze alternatieve opstelling hebben bassist en drummer goed oogcontact en ze kunnen elkaar goed horen.
Zie ook
» Speakersets
» Vocal effects
» Microfoons
» Muziekstandaards
» Lessenaarlampjes
» Alle PA-apparatuur
» Wat zijn de beste speakers voor mij?
» Wat is de beste zangmicrofoon voor mij?
» Wat is de beste vloermonitor voor mij?
» Zangtechniek – Leer alles over zingen
» Tekstbeleving: onmisbaar voor een overtuigende zang-performance
» Zang-effecten – Probeer eens galm, compressie en meer!
» Zoek je oerkreet (en houd je stem heel)
» Songteksten uit je hoofd leren – Zo onthoud je liedjes
» Meerstemmig zingen: theorie & tips voor de praktijk
» Stemproblemen bij zangers – Hoe deze ontstaan
» Zingen en spelen tegelijk – Ook jij kan het leren!
» Zang-opnames mixen in 5 stappen
zorg er als zanger voor dat je een goed monitor systeem hebt. Gitaristen zetten de versterker niet op de grond maar op een flightcase of standaard. Zorg voor een laag podium volume. Laat de PA het werk doen. daar is de PA ook voor.