Vloeiend zingen door dynamische ademsteun en blending
Gepubliceerd op vrijdag 1 november 2019
De derde aflevering van deze serie over zangtechniek gaat over vloeiend zingen. Door je ademsteun dynamisch te maken, wordt je melodie vloeiend en klink je open. Ook is het belangrijk om te ‘blenden’. Dat heeft met je uitspraak te maken. Door dynamische ademsteun en blending ga je de melodie en tekst vloeiend zingen.
- Even een stapje terug
- Dynamische ademsteun
- Aanzetten vanuit stem
- Glottisslag
- Medeklinkers
- Blending
- Internationaal klinken
- Maak twee lagen
- Melodie en tekst
- Goed om te weten
- Accenten leggen
- Zie ook
Let op
Ga onderstaande zangtechnieken niet in je eentje uitproberen, maar combineer deze kennis altijd met zanglessen. Zelfs een paar lessen zijn al beter dan niets. Hiermee voorkom je a) dat je vastloopt en b) dat er schade aan je stembanden ontstaat.
Even een stapje terug
Eerst even terug naar de vorige aflevering. Om goed en zonder problemen te kunnen zingen, moet je op de juiste manier met je adem omgaan. We introduceerden de begrippen ademcyclus en ademsteun (zie illustraties). De ademcyclus bestaat uit vier fasen: inademen, ademsteun vastzetten, uitademen op ademsteun (zingen) en loslaten van de ademsteun. Iedere fase heeft invloed op de volgende fase. Gaat het met de ene fase niet lekker, dan heb je daar in de volgende fase last van. De beste manier van zingen is zingen met ademsteun. In de vorige aflevering hebben we in detail uitgelegd wat dit inhoudt. We herhalen het hier nog even kort. Ademsteun begint met abdominale ademhaling, ook wel middenrifademhaling genoemd. Dit doe je door de zijkanten van je buik (je flanken) naar buiten te brengen. Daardoor plat je je middenrif af, zodat je longen aan de onderkant groter worden. Dit is de meest efficiënte manier van ademhalen. Onder het zingen blijf je je flanken breed houden, waardoor je middenrif afgeplat blijft. Zo heb je de meeste controle over de uitstromende lucht, met de minste inspanning. Door je flanken breed te houden, geef je ademsteun. Zingen met ademsteun is de beste manier van zingen en biedt veel voordelen, die we de vorige keer genoemd hebben. In deze aflevering gaan we dieper in op de ademsteun tijdens het zingen. Hoe geef je tijdens een gezongen zin de juiste ademsteun? Het antwoord daarop is dat ademsteun dynamisch moet zijn, dus niet statisch. Door je ademsteun dynamisch te maken, klinkt je zang vloeiend. Om vloeiend te kunnen zingen, is er nog iets anders dat belangrijk is, namelijk je uitspraak. Hiermee komen we op het begrip ‘blending’, dat we verderop in dit artikel zullen uitleggen. Maar eerst gaan we dieper in op dynamische ademsteun.
Dynamische ademsteun
Ademsteun is niet altijd even veel. De minste ademsteun is nodig als je op een (voor jou) gemiddeld volume en gemiddelde toonhoogte zingt. Je moet extra ademsteun geven als je heel hoog, heel laag, heel hard of heel zacht zingt. Want deze manieren van zingen vragen meer controle, dus meer ademsteun. Je ademsteun moet dus dynamisch en actief zijn. Ademsteun is niet bedoeld om ‘de boel vast te zetten’. Maar dit is wel een valkuil van zingen met ademsteun. Als je je ademsteun vastzet en dus statisch maakt, gaat je zang stijf klinken. Je klank wordt minder open en je kunt geen vibrato maken. Het voelt alsof je draait aan het stuur van een auto die stil staat. In een rijdende auto gaat sturen veel gemakkelijker. Zo werkt het met ademsteun ook. Door je ademsteun dynamisch te maken, wordt je zang vloeiend.
Aanzetten vanuit stem
Hoe voorkom je dat je je ademsteun op slot zet? Dat begint met het op de juiste manier aanzetten van je ademsteun. Daar zijn verschillende methoden voor. Een goede en snel te leren methode om je ademsteun aan te zetten, is om dat vanuit je stem zelf te doen. Dit doe je door vóór het begin van de zin je stembanden tegen elkaar aan te zetten en vervolgens spanning op je stembanden te blijven houden. Als je je stembanden tegen elkaar aanzet, worden je flanken automatisch aangespannen en zet je dus je ademsteun aan. Dit is een natuurlijke reactie, die gewoon in je lichaam aanwezig is. Ademsteun aanzetten is dus iets dat je van nature al doet. Door het aanzetten van je ademsteun vanuit je stembanden te oefenen, ga je voelen waar je ademsteun zit. Als je dit genoeg oefent, gaat dit op een gegeven moment automatisch. Een oefening om te voelen hoe je je stembanden tegen elkaar aanzet, is door kort ‘huh’ te zeggen (maar dan op een speciale manier).
Glottisslag
Het tegen elkaar aanzetten van je stembanden en vervolgens weer loslaten heet glottisslag. Nu is het níet de bedoeling dat je alle in te zetten energie bundelt in dat ene moment van die glottisslag, aan het begin van de zin. Dat is een te zware belasting van je stem en het heeft geen prettige klank. Je moet de glottisslag, of eigenlijk de energie ervan, verdelen over de hele zin. Doordat je de energie van de glottisslag spreidt over de hele te zingen zin, blijft er een zekere spanning op je stembanden. Dit heet compressie. Je kunt je ademsteun ook aanzetten zonder compressie, maar dat is moeilijker en daarvoor moet je als zanger redelijk gevorderd zijn. Daar komen we in een latere aflevering nog op terug. In deze aflevering focussen we ons op zingen mét compressie. Het grote voordeel van zingen met compressie is dat je gebruik maakt van een automatisme dat van nature al aanwezig is. Je zet je stembanden tegen elkaar en daarna maak je de eerste klank. Door de glottisslag voel je de energie van de zin. Door dit te oefenen sla je het op in je ‘gevoelsgeheugen’, waarmee je een stevige basis legt voor het zingen met ademsteun. Dan nog iets over de timing van het aanzetten van je ademsteun. Die timing is erg belangrijk. Je moet je ademsteun namelijk aanzetten vóór het zingen van de zin, dus pro-actief. Als je dat doet, wordt je melodie strakker en je stemgeluid wordt opener. Je moet dus anticiperen met je ademsteun. En dat lukt alleen als je het aanzetten van je ademsteun verregaand geautomatiseerd hebt. Sterker nog: ook het anticiperen moet je automatiseren.
Medeklinkers
Na het aanzetten van je ademsteun is het de kunst om compressie en ademsteun te blijven houden tot aan het eind van de zin. Doe je dat niet, dan kom je tijdens de zin in ademnood. Je zal dan bij de volgende zin het tekort willen aanvullen met een veel te diepe inademing. Dat levert te veel lucht op en dat leidt op zijn beurt weer tot te veel druk. Die lucht wil heel graag weer ontsnappen. Daardoor is je ademsteun nog moeilijker te handhaven en laat je snel weer los. Voor je het weet, zit je dan in een vicieuze cirkel. Hierdoor ontstaan spanningen in en rond het strottenhoofd, die je stembanden verhinderen om vrij te functioneren. Het vasthouden van de ademsteun is nog niet zo gemakkelijk. Want tijdens een gezongen zin kom je een flink aantal hindernissen tegen, te weten de medeklinkers. Iedere medeklinker kan er namelijk voor zorgen dat je stembanden even hun sluiting verliezen. Daarmee verlies je compressie en daardoor ook je ademsteun. Als dat gebeurt, zou je na iedere medeklinker steeds opnieuw je ademsteun moeten inzetten. Dat is uiteraard geen doen. Overigens is van alle medeklinkers de ‘h’ de ergste wat betreft het verliezen van compressie. Een ‘h’ is eigenlijk alleen maar wegstromende lucht. En dat doe je door je stembanden even los te laten. En zoals gezegd: opnieuw aanspannen midden in een zin is lastig.
Blending
Maar er is een oplossing. Die oplossing heet ‘blending’. Deze Engelse term zou je in het in Nederlands kunnen vertalen als ‘dichtsmeren’ of ‘assimileren’. Blending houdt in dat je in je uitspraak alle klanken en woorden aan elkaar verbindt. Engelsen, Amerikanen en Fransen doen dat van nature al, ook in hun spreektaal. Engels en Frans zijn echte ‘blending-talen’. Ons eigen Nederlands is geen blending-taal. Dat hoor je terug in het Nederlands zelf, maar bijvoorbeeld ook als je Nederlandse politici Engels hoort spreken. De meesten van hen blenden niet als ze Engels praten, waardoor hun Engels heel Hollands klinkt. Blending is dus iets dat wij Nederlanders onszelf moeten aanleren als we goed Engels of Frans willen spreken. En ook als we willen zingen. Want door te leren blenden voorkom je dat je door de medeklinkers compressie en ademsteun verliest tijdens het zingen van een zin.
Internationaal klinken
Zoals gezegd is Nederlands geen blending-taal. Toch kun je blenden toepassen als je in het Nederlands zingt. Bands en artiesten als De Dijk, Marco Borsato en Bløf hebben een Nederlands repertoire, maar klinken internationaal. Dat komt doordat ze in hun zang blenden. Vroeger werd dat minder gedaan door Nederlandse zangers. Als je (op YouTube) kijkt naar oude opnamen van bijvoorbeeld Boudewijn de Groot en Armand, hoor je dat ze niet blenden. Maar een zanger als Ramses Shaffy (Nederlandstalig) deed dat al wel in die tijd en Harry Muskee van Cuby + Blizzards (Engelstalig) wist vroeger ook al dat hij moest blenden. En luister eens naar de Minutenwals van Jasperina de Jong. Die snelheid van zingen haal je alleen als je blendt. Dat doet ze dan ook. Zing je in het Engels, dan moet je alleen al blenden om uitspraaktechnische redenen. Anders klinkt het niet Engels. Maar er is ook een zangtechnische reden om te blenden. Want blenden helpt je om je compressie en ademsteun niet te verliezen tijdens een gezongen zin. Het principe van blending is dat je de klinkers ‘belangrijker’ maakt dan de medeklinkers. In je zang krijgen de klinkers meer nadruk dan de medeklinkers.
Maak twee lagen
Maar hoe maak je de klinkers belangrijker dan de medeklinkers? Een voorbeeld. Neem het woord ‘regenboog’. Dit woord splits je in twee lagen. De eerste laag is die van de klinkers. Dat klinkt dan ongeveer als ‘eeuoo’. De tweede laag is die van de medeklinkers. Dat klinkt als ‘rgnbg’. Het principe van blending is dat je de beide lagen op verschillende plekken legt in je mond- en keelholte. De klinkerlaag maak je met je stembanden, dus voor je gevoel in je keel. De medeklinkerlaag leg je zo ver mogelijk vóór in je mond, dus bij je lippen, tong en zachte verhemelte. Althans, zo ervaar je het. Je koppelt de medeklinkers los van de klinkers en geeft ze beide een eigen plek. Als je dat doet, ga je blenden en voorkom je dat je compressie en ademsteun verliest als er medeklinkers passeren in een zin. Goed om te weten: als je voor het eerst gaat blenden, is de kans groot dat je vals zingt. Schrik daar niet van, dat komt na een tijdje vanzelf goed.
Melodie en tekst
Het eerste deel van dit artikel ging over dynamische ademsteun. In het tweede deel gingen we in op blending. Staan dynamische ademsteun en blending ieder op zich of hebben ze met elkaar te maken? Dat laatste is het geval. Ze helpen namelijk beide om vloeiend te zingen. Door je ademsteun dynamisch te maken en te blenden wordt zowel de gezongen melodie als de tekst vloeiend. In deze aflevering hebben we de ademcyclus en ademsteun vanuit frasering (het zingen van zinnen) benaderd. De volgende keer gaan we ademsteun vanuit de stembanden bekijken. We gaan in op de stand van je stembanden, het vasthouden van de stand waarmee je inademt en het zingen met en zonder compressie.
Goed om te weten
Accenten leggen
Als je ademsteun dynamisch is (dus niet statisch), lukt het beter om accenten te leggen. Bij het leggen van accenten kan het mooi zijn om je klank op de accenten wat scherper te maken. Dat heet ’twangen’ (een Engelse term). Daarover hebben we het een volgende keer. Ben je liedjesschrijver? Leg dan de belangrijke woorden op de melodische en ritmische accenten. Als je deze accenten belangrijker maakt tijdens het zingen en alles ertussenin minder belangrijk, wordt je zang veel ritmischer en muzikaal interessanter.
Zie ook
» Zingen met en zonder compressie
» Ademsteun en ademcyclus bij het zingen
» Pitch-correctie: Auto-Tune, Melodyne… valsspelerij?
» Hoe je een koor moet opnemen
» Zing! Het is goed voor je (ook al kun je het niet)
» Zang-opnames mixen in 5 stappen
» Zang opnemen en versterken voor beginners
» Alle Zangtechniek-blogs
» Alle Zang-blogs
» Microfoons en accessoires
» Zangboeken
» Vocal effects
» Speakers