Sneller en intuïtiever mixen met een mix template
Gepubliceerd op woensdag 8 september 2021
Muziek mixen betekent beide hersenhelften gebruiken. De technische kant doet een beroep op ‘links’ en de creatieve kant op ‘rechts’. Als je daar constant tussen moet schakelen, haal je de vaart uit het proces. Stel, je hoort opeens helemaal in je hoofd hoe de song moet klinken. Ga dan zo snel mogelijk aan de slag. Maar ja, als je vervolgens de sends nog moet aanmaken en de plugins moet opzoeken, ben je de inspiratie alweer kwijt voor je goed en wel begonnen bent. Oplossing: met een zelf ontworpen mix template ben je voortaan klaar voor de start, zodat je sneller en intuïtiever kunt mixen.
Opmerking: in dit artikel gebruik ik een pop/rock-band als voorbeeld (drums, bas, gitaar etc.). Maar je kunt een mixing template natuurlijk helemaal aanpassen aan je eigen genre.
- Wat is een mix template?
- Een goed begin is de halve mix
- Master Bus
- Mix Bus
- Subgroepen
- Tracks
- Nog even alles op een rijtje
- Plugins
- Standaard opstelling
- Probleemoplossers
- Effect Sends
- En nu?
- Zie ook
Wat is een mix template?
Een template is in dit geval een leeg project dat je aanmaakt in je DAW. In dit project probeer je zoveel mogelijk dingen klaar te zetten die je in vrijwel iedere mix gebruikt. Denk aan bussen, audio tracks en effect tracks. Het zou immers zonde van de tijd zijn als je dit bij iedere mix opnieuw moet doen! Hieronder zie je de template zoals ik die heb gemaakt voor dit blog. Je kunt hem namaken als je wilt, maar natuurlijk zul je al snel je eigen voorkeuren ontwikkelen en een eigen template bouwen.
Klik op de afbeelding om hem in het groot te zien:
Een goed begin is de halve mix
Even los van het bouwen van een template: het is een goede gewoonte om de tracks voor te bereiden voordat je begint met mixen. Als je dit goed doet, loop je minder het risico dat je later uit je creatieve flow wordt gehaald omdat je iets moet fixen. Denk bijvoorbeeld aan het volgende:
- Zorg dat al je edits netjes zijn voorzien van een (cross)fade en exporteer de tracks van het begin van het nummer tot het eind.
- Virtuele instrumenten exporteer je als audiobestand. Als je aan het mixen bent, moet alles vast staan en wil je geen gedoe met midi.
- Als je met heel veel tracks te maken krijgt, doe je jezelf (en je computer) een plezier door tracks van een basgitaar die met een DI en een microfoon zijn opgenomen vast samen te voegen. Dus: fase checken, balans maken en exporteren.
- Dat geldt ook voor gitaren die met meerdere microfoons zijn opgenomen.
- Je kunt zelfs koortjes alvast samenvoegen. Maak een mooie balans, verdeel de stemmen over het stereobeeld en exporteer ze naar een stereo-track.
Master Bus
Net als bij de ’top down’ mixing-filosofie (werken van groot naar klein) begin ik bij de Master Bus. Ik raad aan om hier geen compressie, eq of iets dergelijks op te zetten, maar alleen de nodige analyse-tools, zoals een frequency analyzer en een plugin waarmee je je mix in mono kunt beluisteren om zo de mono-compatibiliteit te checken. Op deze manier kun je referentie-tracks in je project laden en direct naar de Master Bus sturen zonder dat ze door dezelfde effectketen heen gaan als je mix.
Mix Bus
Voor je daadwerkelijke mix maak je een aparte bus aan met de naam ‘Mix Bus’. Hier kun je het geheel dus wél bijsturen met eq, compressie en saturation. Dit soort processors op de Mix Bus zijn altijd een punt van discussie. Audioprocessors die het geheel beïnvloeden zijn namelijk eigenlijk het terrein van de mastering engineer. Een goed argument om het toch te doen is dat je een globaal probleem het best kunt oplossen met een globale oplossing. Is het geheel bijvoorbeeld te dof, dan klinkt een high shelf op de Mix Bus waarschijnlijk beter dan een high shelf op alle individuele tracks. Verder kunnen bus-compressie en saturation essentieel zijn voor de ‘vibe’ van het nummer. Als laatste in de keten zet je een brick wall limiter. Deze stel je zo in dat je mix ongeveer uitkomt op het geluidsniveau waarop je het eindproduct wilt hebben. Dit zal ergens tussen de -14 en -8 LUFS zijn. De limiter is er alleen om je een idee te geven hoe goed je mix overeind blijft nadat het nummer gemasterd is. Als je mix klaar is om naar de mastering engineer te sturen dan bypass je de limiter en exporteer je je mix. In je template stuur je de output van de Mix Bus je naar de Master Bus.
Subgroepen
De instrumenten in je arrangement hebben als het goed is allemaal een functie. Door alle instrumenten met een vergelijkbare functie samen in een groep te plaatsen kun je deze functie snel bijsturen en optimaliseren. Mix-legende Michael Brauer maakt in zijn ‘Brauerizing’-systeem bijvoorbeeld gebruik van vier subgroepen:
- Groep A: instrumenten met veel hoog (akoestische gitaar, piano, viool). Eq en compressie zijn er hier vooral op gericht om het hoog in balans te houden.
- Groep B: instrumenten met veel laag (drums, bas). Met eq en compressie zorg je voor solide lage tonen. Met de attack van de compressor bepaal je hoe smooth of punchy de ritmesectie wordt. De timing van de release kan de groove van het nummer maken of breken.
- Groep C: instrumenten met veel mid (gitaar). Middenfrequenties zijn het belangrijkst van allemaal. Met deze bus zorg je voor definitie en ‘prik’ in je mix
- Groep D: instrumenten met veel breedte en ruimtelijkheid (synth pads, strijkerssectie). Hier kun je met automation een soort eb en vloed creëren. Ga ook gerust helemaal los met stereo wideners. Omdat dit een aparte groep is, hoef je niet bang te zijn dat je mix ten onder gaat in stereosoep.
Zoals je ziet, is dit systeem nog best open voor interpretatie. Piano’s en synths kunnen immers net zoveel mid hebben als een elektrische gitaar. Zie deze indeling dus vooral niet als een gouden standaard en experimenteer met andere groeperingen. De outputs van de subgroepen stuur je naar je de Mix Bus.
Tracks
In je template kun je ook de meest voor de hand liggende tracks alvast aanmaken. Wees hier niet te zuinig mee: tracks die je niet nodig hebt, kun je altijd weggooien.
- Maak dus tracks aan voor een drumstel met twee microfoons voor de snare (top en bottom), twee microfoons voor de bassdrum (in en out), drie toms en twee floortoms.
- Heeft iemand anders de opnames gemaakt, houd dan ook rekening met de verschillende manieren waarop je de tracks aangeleverd kunt krijgen. Soms krijg je een overhead-stereopaar als stereo file aangeleverd en soms als twee mono-tracks. Het is niet in elke DAW mogelijk om van mono-tracks stereo-tracks te maken en vice versa (mensen van Steinberg, als jullie dit lezen… hint, hint). Als je in je template zowel een stereo-track als twee mono-tracks aanmaakt voor je overheads, ben je overal op voorbereid!
- Basgitaren worden vaak opgenomen met een DI-box en met een microfoon. Maak dus een BAS_DI en een BAS_AMP track aan.
- Gitaren worden vaak met twee microfoons opgenomen: een donkere (vaak een ribbon-microfoon) en een heldere (vaak een dynamische microfoon). Maak dus een GTR_dark en een GTR_bright track aan.
- Voor alle instrumenten die via meerdere kanalen zijn opgenomen (meerdere microfoons of DI + microfoon) geldt: maak een nieuwe bus aan en stuur alle tracks van het betreffende instrument daar naartoe. Handig voor de balans en ook weer voor het bijsturen met EQ en compressie.
Nog even alles op een rijtje
Tracks → Subgroepen → Mix Bus → Master Bus
De output van een track gaan dus naar een subgroep, een subgroep gaat naar een mix bus en van daaruit gaat de audio naar de master bus.
Plugins
Het ene nummer is het andere niet, maar toch kun je een hoop plugins alvast klaarzetten. Maar bedenk wel: het is niet verplicht om alle plugins die je hebt klaargezet daadwerkelijk te gebruiken, dus zet elke plugin in je template in eerste instantie op ‘bypass’ en zet ze alleen aan als je ze gebruikt. Dat scheelt je een hoop CPU-kracht!
Standaard opstelling
Een standaard opstelling je die op vrijwel elke track kunt zetten is:
- EQ
- Compressor
- EQ
Een goede vuistregel is om met de eerste eq (die vóór de compressor) alleen frequenties weg te filteren en met de tweede eq (na de compressor) eventueel wat gebieden te boosten. Maar lap deze regel vooral zo snel mogelijk aan je laars, want een spanky gitaar en in-your face vocals krijg je juist door de compressor strategisch op zijn donder te geven met een pre-compressor eq boost.
Probleemoplossers
Daarnaast zijn er een aantal tools die je niet op elke track nodig zult hebben. Een de-esser ga je waarschijnlijk wel nodig hebben op een vocal track om scherpe ‘S’-klanken in te dammen, maar niet op de bassdrum. Een gate kun je standaard op al je drum close mics zetten om overspraak te verminderen, maar op een synth pad is een gate niet erg zinvol. Voor alle probleemoplossers zoals de-essers en gates geldt: los problemen zo snel mogelijk op, dus zet de-essers en gates vooraan in je keten.
Effect Sends
Voor effecten als reverb, delay en chorus kun je ook alvast effect-tracks klaarzetten. Het soort ruimte dat je creëert, hangt natuurlijk helemaal af van de sfeer die je beoogt voor het nummer, maar je kunt wel wat grote lijnen uitzetten, bijvoorbeeld:
- ambience
- room
- hall
- plate
- 16e noot delay
- 8ste noot delay
- chorus
Op alle audio tracks die je hebt aangemaakt, kun je alvast sends aanmaken die het geluid naar deze effect tracks sturen. Alhoewel, op álle tracks is misschien een beetje overdreven, want het is niet waarschijnlijk dat je chorus op je kick gaat gebruiken.
En nu?
Je hebt een mega-template gebouwd en die wil je gebruiken om een nieuw nummer te mixen. Dit kun je op grofweg twee manieren aanpakken.
- Je kunt de map waarin je template-project staat in zijn geheel kopiëren en een nieuwe naam geven. Vervolgens open je de kopie en importeer je de audiobestanden van het nummer dat je gaat mixen.
- DAW’s hebben echter ook vaak de functie waarmee je tracks, inclusief routing, sends en plugins kunt importeren. Bij nummers met weinig instrumenten kan het handiger zijn om te beginnen met een leeg project. Vervolgens importeer je alleen de tracks uit je template die je nodig hebt.
Ik hoor graag hoe je het werken met een mix template ervaren hebt. Laat hieronder een comment achter!
Zie ook
» DAW-software
» Effect-plugins
» Studio-leermethodes
» Alle Studio & Recording-producten
» Arrangement templates in Ableton Live: kopiëren = inspireren
» Zo gebruik je MIDI Polyphonic Expression (MPE) in Ableton Live
» De meest gemaakte fouten tijdens het mixen
» Moderne pop vocals produceren – Gebruik deze 3 technieken
» Mix als de pro’s met Mid/Side Processing
» Must-have plug-ins voor je productie
» Waarom mixen in mono het geheim is tot een betere mix
» Drums mixen – 6 studiotechnieken voor een goede basis-sound
» Low end mixen – Hoe je een vol, punchy laag krijgt
» Subwoofer in je studio – Wanneer (niet) en hoe
» Automation in een DAW: wat het is en hoe je het gebruikt
» Mixen met koptelefoon – (On)verstandig?
» Mixen & masteren van muziek – Leer het hier!
» 5 manieren om je mix harder te laten klinken
» Stereo mixen in 3D: diepte creëren met twee speakers
» Fase-problemen in de studio: zo kun je ze oplossen of voorkomen
» Mixen met inserts en aux sends
Stefan werkt sinds 2015 bij Bax Music. In zijn vrije tijd is hij regelmatig in de weer met allerlei studio-apparatuur zoals microfoons, compressors en equalizers. En als hij aan het werk is trouwens ook. Verder is hij ook vaak op het podium te vinden, maar dan als drummer.
Nog geen reacties...