Interview Noisecontrollers: Alles voor de kick
Gepubliceerd op woensdag 3 januari 2018
Van pielen op een keyboardje in zijn slaapkamer in Veenendaal naar shows voor 40.000 man publiek – de muzikale loopbaan van Noisecontrollers laat zich lezen als een muzikale jongensdroom. Met albums als E=nc² – The science of hardstyle, anthems voor de grote dancefeesten en optredens op festivals over heel de wereld heeft Noisecontrollers zijn sporen als hardstyle-grootheid ruimschoots verdiend. Hoog tijd voor Bax Music om Bas Oskam, de man achter Noisecontrollers, aan de tand te voelen voor een uniek kijkje achter zijn muzikale schermen.
Tekst: Hanna van der Molen
Melodieus
Qlimax, Defqon.1, Hard Bass, noem een groot dancefeest en Noisecontrollers heeft er gestaan. De naam Noisecontrollers is inmiddels wereldwijd een begrip in de hardstyle. Hoe zou Bas hardstyle eigenlijk omschrijven aan iemand die deze muziekstijl nog nooit gehoord heeft? “Binnen de elektronische muziek is hardstyle heel muzikaal, melodieus zou ik het noemen. Je hebt eigenlijk twee soorten hardstyle, euforisch en raw. Maar het is moeilijk te omschrijven, je moet het zelf horen,“ zegt Bas, “ze zeggen wel eens dat het op trance lijkt, maar dan worden hardstyle-luisteraars heel boos. En ten opzichte van trance is hardstyle sneller en harder. Het is heel productietechnische muziek met een unieke sound, waardoor het heel moeilijk is om het op een professioneel niveau onder de knie te krijgen. Er komt veel sound design bij kijken”.
Gekke geluidjes
De interesse in muziek, geluiden en sound design zit er al vroeg in bij Bas. Halverwege de jaren tachtig hoort hij op zesjarige leeftijd een cassettebandje van Jean Michel Jarre bij een vriendje en hij is meteen gegrepen. Bas: “Die synthesizer, die gekke geluidjes, dat sprak me ontzettend aan. Mijn vader zag dat en gaf me toen een klein keyboardje, fantastisch vond ik dat. Eigenlijk was dat achteraf gezien goed: er was nog geen internet, je zette zo’n bandje op en speelde eerst de ene kant van begin tot einde af en dan de andere. Je hoorde elk nummer op zo’n bandje wel honderd keer en leerde iedere noot van binnen en van buiten kennen.”
Van de muziek leven
In 2007 bemachtigt Noisecontrollers, dan nog een tweemansformatie, zijn eerste platendeal. Daarmee bereikt Bas zijn voornaamste doel tot dat moment. Hij werkt nog als leraar aardrijkskunde, maar muziek produceren en uitbrengen, dát is wat hij wil. Over optreden en hoe het zou zijn om op een podium te staan denkt hij niet na – totdat zijn platenlabel hem erop wijst dat als hij fulltime van zijn muziek wil leven, dit niet gaat lukken van muziekverkoop alleen. “Optreden, hoe dan?, dacht ik”, aldus Bas, “Ik moest nog leren draaien. Mijn compagnon en ik hebben het geleerd door het simpelweg te doen, in discotheken en clubs. Het eerste Noisecontrollers-optreden was ergens in Hengelo. We hebben gewoon gemaild. ‘Mogen we een half uur komen optreden? We komen gratis. Is het niets, heeft het je niks gekost.’ Stonden we ineens in een zaal waar tweeduizend man in past. Maar ze vonden het fantastisch. Per ongeluk is alles goed gegaan. Onze boeking daarna, de tweede ooit dus, was meteen in Chicago. Daar was ik behoorlijk zenuwachtig over. En toen was ik dus nog met iemand samen! Dat ik nu in mijn eentje voor 40.000 man draai, dat had je me toen niet moeten vertellen.”
Gewoon doorgaan
De gemiddelde werkdag van Bas speelt zich af in de studio. Hij staat om een uur of acht, negen op, drinkt koffie en duikt de studio in. Hoe besteedt hij zijn tijd daar vervolgens? Bas: “Als ik al een idee heb, kost het uitwerken de minste tijd. Maar als ik begin aan een nieuwe track, dan is het zoeken naar inspiratie. Daar gaat de meeste tijd in zitten. Soms zit ik dagen muziek te luisteren, door presets te bladeren, met klanken te pielen, klankkleuren samen te stellen en komt er dágenlang niets uit. Dat lijkt heel onproductief. Alsof ik niets zit te doen. Wat ik dan doe? Gewoon doorgaan. Inspiratie komt vanzelf, soms door de hele tijd dezelfde noot aan te slaan. En van al mijn opzetjes en ideeën gebruik ik misschien wel 98 procent niet. Maar dat maakt niks uit, als je het leuk vindt om te doen, dan is die 98 procent ook plezier. En soms blijven dingen ook lang op de plank liggen. So High bijvoorbeeld, is het resultaat van iets wat ik al dertien jaar eerder had bedacht.”
Van slaapkamer naar studio
Beginnende artiesten kijken bij de aanschaf van instrumenten en apparatuur vaak naar wat hun muzikale voorbeelden gebruiken. Gevraagd naar wat hij zelf een zinnige investering vindt voor aanstormend talent, hoeft Bas niet lang over het antwoord na te denken: “Studiomonitors. Dat is wat mij betreft het enige wat nauw luistert. Begin gerust met goedkope, je kunt altijd beter kopen. Ook al is de gear die je hebt niet goed, dan leer je meteen hoe je het wél wilt hebben. Had je me zes jaar geleden de speakers gegeven die ik nu heb, dan had ik er niet eens goed mee kunnen werken. Je merkt trouwens dat er, niet alleen door beginnende muzikanten maar ook door collega-producenten, heel erg wordt gekeken naar wat topproducers gebruiken. Maar ik begrijp dat wel. Toen ik begon wist ik ook niet wat voor studiomonitors ik moest kopen. Uiteindelijk gaat het er niet zozeer om wat je hebt, maar hoe je het gebruikt.”
Investering
“Je kan tegenwoordig met veel minder spullen professioneel klinkende muziek maken dan toen ik begon. Het verschil tussen een professionele studio en een hobbystudio is nu, qua gear, kleiner. Ik speelde op mijn keyboardje liedjes na en maakte daarna, vanaf mijn vijftiende, op de PC muziek. Ik moest het doen met wat ik had. Maar juist omdat de mogelijkheden beperkt waren, leerde ik heel veel. Op een gegeven moment heb ik 4000 euro geleend van mijn moeder voor een basic setup om professioneel muziek mee te maken. Zo kwam ik voor het eerst in aanraking met een DAW, studiomonitoren, een MIDI-keyboard en ik had geen flauw idee wat ik ermee moest. Maar het belangrijkste is dat je er gewoon tijd in stopt om het te leren. Er waren wel tutorials maar die volgde ik nooit, ik had er geen geduld voor. Ik klikte zelf liever die equalizer open om uit te proberen wat ik ermee kon.”
Artiestenbestaan
Gevraagd naar hoogtepunten uit zijn artiestenbestaan of gekke en bijzondere dingen die hij meemaakte, blijkt Bas vooral erg nuchter over zijn status als beroemdheid, de vele optredens en zijn leven op tournee. “Dat mensen van Australië tot Chili met je op de foto willen vind ik eigenlijk het opzienbarendst”, zegt Bas. “Handtekeningen uitdelen vind ik nog steeds heel gek én tof, net als fanmail. Ik krijg de vraag wel vaker – mensen willen graag spectaculaire anekdotes horen – maar op een gemiddelde jongerenvakantie in Lloret de Mar gebeuren meer spannende dingen dan bij mijn optredens. Ik ben inmiddels meerdere malen met alleen handbagage naar Australië gevlogen voor één optreden en ben net terug uit Amerika – vrijdag heen vliegen, zondag terug. Maar ook die dingen wennen, ook een jetlag wordt normaal. Mijn eerste keren, die zijn voor mij memorabel. Mijn eerste platencontract bij Fusion Records, mijn allereerste optreden, mijn eerste optreden in het buitenland.”
Doelen
Niet alleen als het gaat om de hoogtepunten uit zijn Noisecontrollers-carrière staat Bas nog steeds met beide benen op de grond. De vraag welke doelen hij nog heeft met Noisecontrollers, wordt met dezelfde nuchterheid beantwoord. Bas: “In het begin had ik het nog wel eens, dat ik dacht ‘als ik toch eens op dát festival kan staan’. Maar dat is meer een carrièremijlpaal. Voor mij is optreden op zich leuk, dat is waar het voor mij om gaat. Ik ben de komende maanden ook weer ontzettend veel aan het toeren. Daarnaast wil ik gewoon maken wat ik tof vind, een album uitbrengen dat ik zelf fantastisch vind. Wel probeer ik op iedere plaat iets nieuws te doen. Ik heb nu zes tracks voor een nieuw albumproject af.”
Mogelijkheden
Facebook, YouTube, Spotify – de tijden zijn behoorlijk veranderd ten opzichte van de jaren tachtig, het internetloze tijdperk waarin Bas zichzelf de basis van elektronische muziek meester maakte met een cassettebandje van Jean Michel Jarre en een keyboard. Hoe ziet hij deze ontwikkelingen en de mogelijkheden die ze voor artiesten bieden? Bas: “Van het releasen en promoten van een plaat tot de juridische kant van het verhaal, alles is zó veranderd. Er zijn technisch gezien zo veel meer mogelijkheden, maar er is nog steeds één ding wat je niet kunt downloaden, en dat is creativiteit. En inspiratie en muzikaal talent ook niet trouwens. Dat zal nooit veranderen.”
Kijkje in de keuken
Heeft Bas nog gouden tips en trucs voor aanstormend talent dat net zoals hijzelf muziek wil maken en hiermee zijn of haar brood wil verdienen? “Iedereen weet denk ik voor zichzelf het beste of ze het in zich hebben, maar ik zou zeggen: als je erin gelooft, ga ervoor.” aldus Bas. “Eerder dit jaar heb ik een masterclass gegeven in Tivoli om mensen wat te leren over muziek maken, maar het punt is juist dát ik ze niks kan leren. Ik kan technieken laten zien, tips, trucs, maar verder gaat het niet. Ik geef liever een ongecensureerd kijkje in de keuken, zoals het er echt aan toegaat in mijn studio. Voor die masterclass had ik daar helemaal niks niks aan veranderd. Dat lijkt mij het leerzaamst. Mensen het grote geheim leren? Dat is er niet, dat is juist het hele punt.” ♦
De gear van Noisecontrollers
“Mijn studio kan niet zonder mijn Adam S3X-H studiomonitors. Daarnaast werk ik met een Apollo geluidskaart van Universal Audio, Virus C en Virus TI synthesizers en een Roland JP-8080. Wat voor hoofdtelefoon ik gebruik? Een Sennheiser HD-25, daar zweer ik bij.”
Dit interview verscheen eerder in Bax Music Magazine (Voorjaar 2017).
Nog geen reacties...