Interview Mesto: Geen Italiaans, maar gewoon lekker Hollands!
Gepubliceerd op woensdag 4 augustus 2021
Mesto! En nee dan hebben we het niet over een treurig stukje Italiaanse muziek zoals Wikipedia je probeert wijs te maken, maar over niemand minder dan Melle Stomp. Een jonge Nederlandse DJ en producer die in korte tijd onder zijn artiestennaam Mesto de wereld heeft laten zien waarom zijn ster rijzende is. Geen face-to-face gesprek deze keer, maar screen-to-screen. Hier en daar wat hick-ups in de techniek, een beetje gerommel met de microfoon, maar na een paar minuten zijn we allebei ready. Tijd voor een leuk interview!
Tekst: Brian Kievit
Een trots jaar
We gaan terug naar Dancefair 2019, waar we Melle voor het laatst spraken. Even het geheugen opfrissen blijkt nodig voor beiden, maar al snel komt ter sprake hoe 2020 gaat. “2020 had eigenlijk het beste jaar tot nu toe moeten worden, maar voor nu zit ik thuis. Toch is het muzikaal gezien wel heel belangrijk geweest. Ik heb een aantal grote collabs gedaan, zoals met Felix Jeahn, Oliver Heldens en Mike Williams. Deze platen deden het beter dan andere, dus wat dat betreft is het een goed jaar geweest tot nu.” Het meest trots is Melle op zijn plaat met Aloe Blacc. Dat is iemand waar hij zelf al heel lang naar luistert. “Dat was echt bizar voor mij. Ik had nooit kunnen bedenken dat ik ooit met hem zou kunnen samenwerken, maar toch is het gelukt.” Als ik Melle vraag naar artiesten waar hij nog graag mee samen zou willen werken, verrast hij me. “Ik zou graag een keer samen willen werken met San Holo, dat lijkt me echt een coole combinatie.” Daarnaast verklapt Melle een geheimpje. Er zit misschien een samenwerking aan te komen met een van de ex-leden van One Direction. “Maar met wie dat is ga ik natuurlijk nog niet zeggen!”
Thuis, thuis en thuis
Net als voor veel artiesten, is het voor Melle momenteel een mindere periode met een nog mindere zomer achter de rug: thuis, thuis en nog eens thuis. Toch blijft hij wel bezig. “In de tijd die ik nu heb, probeer ik zoveel mogelijk muziek te maken.” En daar geniet Melle wel van. “Dat is natuurlijk hoe ik oorspronkelijk ben begonnen en wat ik superleuk vind om te doen.” Maar het niet kunnen reizen naar landen waar hij nog nooit is geweest, vreet wel een klein beetje aan hem, zeker omdat hij dat allemaal deelt met zijn beste vriend die ook zijn tourmanager is. “We kunnen nu alleen samen naar de herinneringen op Snapchat kijken.” Als alles weer echt ‘normaal’ is, wil Melle direct weer op pad. Want ondanks dat een break wel lekker is, begint het toch weer te kriebelen. “Je beseft ook nu pas hoe leuk het eigenlijk is. Het reizen, in verschillende landen zijn, je eigen muziek draaien voor groot publiek, nieuwe muziek voor het eerst testen. Daar kijk ik allemaal weer heel erg naar uit.”
Muzikale masterchef
Totdat alles weer mag, is er ook ruimte voor compleet andere dingen, zoals koken, iets wat Melle graag doet en waar een grappige anekdote aan vasthangt. “Wat eigenlijk bijna niemand weet, is dat toen ik jonger was ik mee heb gedaan aan het programma Junior Masterchef. En dat ben ik nu weer aan het oppakken. Koken, bakken, dat is gewoon leuk!” Daarnaast heeft Melle nu meer tijd om samen met zijn team vooruit te kijken naar de toekomst. “We zijn vooral bezig met hoe we straks alles weer op kunnen pakken, maar bijvoorbeeld ook met welke kant ik op wil, muzikaal gezien. Het moet natuurlijk wel waar te maken zijn als alles straks weer kan, dus daar besteden we extra aandacht aan. Maar het is wachten op iets waarvan je niet weet wanneer precies, en dat is moeilijk.”
Winst behalen en doelen stellen
Als ik Melle vraag naar de vlakken waarop hij denkt nog winst te kunnen behalen als artiest, klapt hij zonder te aarzelen uit de school. “Ik vind het heel belangrijk om dingen te kunnen doen waar ik volledig achter sta. En voor de crisis vergat ik soms om even een stapje terug te doen en te kijken naar of ik het eigenlijk wel leuk vond wat ik deed. Dat is wel iets waar we op dit moment veel mee bezig zijn, dat ik plezier heb in wat we besluiten te doen.” Dat je in het leven van een artiest vaak niet megagroots hoeft te denken blijkt als de woorden ‘ultieme doel’ vallen. “Het lijkt mij heel erg tof om op Ultra Music Festival in Miami te staan, en natuurlijk Tomorrowland. Maar wat me vooral tof lijkt, is een liedje maken waar ik zelf totaal achter sta, dat door iedereen leuk gevonden wordt en dat mensen echt gaan meezingen. Dat is denk ik het grootste compliment dat je kan krijgen als artiest. Als je vraagt naar wat ik doe als ik veertig ben… dat is nog heel ver weg!” lacht Melle.
Van beta-versie naar heuse piano
Veertig is hij inderdaad nog lang niet, maar ondanks zijn jonge leeftijd is Melle al wel een tijdje bezig met muziek. En dat begon, zoals bij bijna alle producers, op de slaapkamer. “Dat begon op een hele oude Apple iMac, met FL Studio. Ik had toen ook nog geen studiomonitoren, dus ik gebruikte gewoon de computer-speakers.” Deze set-up was niet altijd even fijn als hij eraan terug denkt. “Ik werkte met een beta-versie van FL Studio, dus ik kon geen projecten opslaan. Dus als ik ergens aan begon, moest ik het ook die dag afmaken, anders was het project weg!” Inmiddels heeft Melle de beschikking over een prima studio, en toch betekent dat niet per se dat je betere muziek maakt volgens hem. “Het ligt meer aan de ideeën die de maker heeft en de passie die hij of zij erin stopt. Met heel weinig kan je al zo veel doen, zolang je maar creatief bent. Natuurlijk is het leuk om allerlei hardware te hebben, maar ik denk niet dat je er betere tracks door maakt”. Toch zijn er bepaalde dingen inmiddels onmisbaar geworden. Zo heeft hij sinds kort een piano. “Dat vind ik heel fijn. Want als ik nu een melodie in mijn hoofd heb, ga ik eerst een half uur achter de piano zitten en speel ik echt op gevoel zonder dat mijn DAW daarvoor open hoeft te staan.” Zijn er dingen waarin je niet te veel geld moet steken? “Lastige vraag. Als ik iets zou moeten zeggen, dan is dat akoestiek. Het is natuurlijk heel fijn om een goede akoestiek te hebben, maar je traint je gehoor op de situatie waarin je zit. Dus ook aan een minder goede ruimte wen je.”
De Mesto-sound
Je onderscheiden in de wereld van muziek is vandaag de dag erg moeilijk, beaamt ook Melle. “Er zijn in deze tijd zo veel mensen die muziek maken, vooral ook omdat het heel toegankelijk is geworden om producer te zijn als het ware.” Het hebben van een eigen sound is daarom misschien wel het belangrijkste van een artiest, vindt hij. “Heel veel mensen hebben de neiging om een hype te volgen, maar ik denk dat het veel vetter is als mensen denken ‘wow, dit is origineel, zoiets heb ik nog niet gehoord’. Dan zullen mensen denk ik ook sneller fan van je worden.” Maar echt op zoek gaan naar die eigen sound hoefde bij Melle niet. “Nee, dat kwam bij mij vrij vanzelf, denk ik. Ook ik heb in het begin veel dingen nagemaakt om ervan te leren, en soms doe ik het nog steeds om te kijken hoe iets in elkaar zit. Maar een eigen sound krijgen moet iets natuurlijks zijn.” Inmiddels heeft hij als Mesto een ‘sound’ staan die vrij herkenbaar is. Toch is het voor Melle meer dan alleen een sound. “Ik wil Mesto graag meer een melodie of emotie laten zijn dan echt een sound. Want dan kan ik muziek maken zonder dat ik hoef te letten op hoe snel een plaat is of in welk straatje hij valt, dat is wat ik uiteindelijk wil.”
Waar of niet waar?!
Aan het einde van ieder Bax Music-interview proberen we de artiest een leuke anekdote te ontfutselen aan de hand van een gossip op het internet. Aan Melle de vraag of het waar is dat hij tampons meeneemt naar optredens. “Zelf neem ik ze nooit mee!” lacht hij. “Maar het is eigenlijk wel nodig, want ik heb al drie keer tijdens een optreden een bloedneus gekregen. De eerste keer, tijdens mijn vetste set ooit, was het al super warm en waren er ook nog eens vlammenwerpers op het podium. Mijn neus begon gewoon met bloeden. Gelukkig had ik een vrouwelijke MC, Boogshe, en zij had toevallig tampons bij zich. Zij was echt mijn redder in nood”. ⚫
Dit interview verscheen eerder in Bax Music Magazine (najaar 2020).
Nog geen reacties...