Muziek arrangeren – Wat het is en waar je op moet letten
Gepubliceerd op vrijdag 3 april 2020
De componist of songwriter zet de contouren van de hoofdmelodie en de akkoorden neer. De arrangeur kan dat nog op talloze verschillende manieren inkleuren. Welke kleuren en technieken heeft de arrangeur in zijn gereedschapskist bij het arrangeren van muziek? En wat kan jij daarmee doen om je mooiste song nog mooier te maken?
- Welke instrumenten?
- Oren open houden
- Sluit aan bij de tekst
- Affecten
- Tweestemmigheid
- Drie- en vierstemmigheid
- Vraag- en antwoord
- Bewegingssoorten
- Instrumentatie
- Voorbeeld: Blue Monk
- Goed om te weten
- Spanningsbogen
- Gewoon doen
- Zie ook
Welke instrumenten?
De eerste vraag die de arrangeur zich zal stellen is welke instrumenten hij tot zijn beschikking heeft. Als er een arrangement voor drie blazers van een coverband moet komen, heeft dat aanzienlijk minder voeten in de aarde dan wanneer de musici van een heel symfonieorkest moeten worden beziggehouden. Waar je ook voor schrijft, je moet iets weten van de instrumenten die worden gebruikt. Het bereik van een instrument is bijvoorbeeld belangrijk om te kennen. Als je te hoog schrijft, heb je kans dat het dun en geknepen klinkt of dat de speler het fysiek niet kan bolwerken. Schrijf je te laag dan verliest een instrument mogelijk zijn zeggingskracht. Andere dingen die je moet weten van je instrumenten zijn hun muzikale mogelijkheden en beperkingen. Strijkers kunnen strijken, maar ook plukken (pizzicato), trompetten kun je van kleur laten veranderen door middel van allerlei dempers. Diezelfde trompetten zijn bruikbaar voor felle explosieve accenten en stevige melodieën, maar springerig materiaal verdeeld over grote afstanden kun je beter aan de saxen geven.
Oren open houden
Natuurlijk zijn over al deze zaken boeken geschreven, en natuurlijk wordt er les in gegeven. Je kunt je bibliotheek ook vullen met de oneindige hoeveelheid mogelijke variaties door veel naar goede muziek te luisteren. Het meest valt te leren van rijk geïnstrumenteerd materiaal. Klassieke muziek is voor veel vakarrangeurs een belangrijke basis, maar ook de jazz van de geweldige orkesten van Duke Ellington en Count Basie behoort tot de betere literatuur. Gil Evans, de huisarrangeur van Miles Davis, was een tovenaar als het gaat om orkestraal kleurgebruik. In de popmuziek zijn Steely Dan en Gino Vannelli voor velen helden omdat er zoveel gebeurt in hun arrangementen dat bij elke keer luisteren je weer nieuwe dingen opvallen. Eigenlijk moet je als componist/arrangeur altíjd je oren open hebben staan. Wie een willekeurige Star Trek-aflevering bekijkt en de muziek goed volgt in samenhang met de ontwikkeling van het avontuur, hoort de hele trukendoos van degelijk Hollywood-vakmanschap opengaan. Hoge hoorns als het opwindend wordt, complexe slagwerkpartijen bij de ruimtegevechten, trombones en trompetten bij de triomfmomenten, en uiteraard violen als er wordt gezoend. Een arrangeur moet een voorstellingsvermogen ontwikkelen voor meerdere dimensies van de muziek in relatie tot het doel van het stuk. Ritme, meerstemmigheid, instrumentatie, melodie, klankkleur, effecten, vorm, tekst, enzovoort. In onderstaande paragrafen worden enkele van de genoemde aspecten verder belicht. Bedenk wel dat dit artikel van vier pagina’s met gemak een boek van 400 pagina’s had kunnen worden, en dat op iedere geopperde wetmatigheid of suggestie uitzonderingen bestaan.
Sluit aan bij de tekst
De arrangeur moet weten waar het liedje over gaat. Billy Holidays ‘Strange Fruit’ (een metafoor voor de lijken van tot slaaf gemaakten aan de bomen) vraagt bepaald niet om allerlei vrolijk dartelende tussenlijntjes of om explosief getetter. Sombere lijnen, en striemende dissonanten met momenten van verstilling hebben dan een betere uitwerking. In een bewerking van ‘Heb je even voor mij’ heb je die vrolijke riffjes juist wel nodig en moet je veel lichtere stijlmiddelen aanwenden. Op sommige plekken doet de tekst er meer toe dan op andere. Als een bepaalde zin zeer belangrijk is, bouw het daar dan niet te vol. Kijk zelfs uit met meerstemmigheid, omdat een dik harmonisch weefsel de aandacht naar zich toe trekt, en dat kan ten koste van de tekst gaan. Ook komt het voor dat je een tekst op sommige plaatsen wat zwak vindt. Op zo’n moment wil je juist wel de aandacht van de tekst afleiden door er, pak ‘m beet, een prachtig hobolijntje doorheen te vlechten, of de boel te maskeren met een batterij blazers.
Affecten
Er zijn verschillende harmonische trucs om een bepaalde strekking van de tekst te ondersteunen. De bekendste uit deze zogenaamde affectenleer is het gebruik van moll-dur akkoorden. Moll-dur is Duits voor mineur-majeur. Op het moment dat je in een majeurtoonsoort (bijvoorbeeld C-majeur) een dramatisch gebaar wilt maken, bijvoorbeeld omdat de tekst op dat moment droevig is, importeer je een akkoord uit de gelijknamige mineurladder (C-mineur). De harmonie ondersteunt dan de tekst, waardoor de inhoud beter wordt gevoeld. De harmonieleer kent een aantal hoofdstukken dat op het palet van de componist/arrangeur thuishoort. Naast moll-dur zijn dat de tussendominanten, de dim-akkoorden, het Napels-sextakkoord en de tritonusvervangers. Wie in de lichte muziek werkzaam is, moet ook de bluesclichés in zijn broekzak hebben.
Tweestemmigheid
In de afbeeldingen hieronder staan verschillende manieren om de eerste regel van een eenvoudig bluesje van Thelonious Monk (Blue Monk) te bewerken. Ook als je geen noten kunt lezen, valt het principe van de gebruikte technieken wel te begrijpen. Bij tweestemmigheid is de melodische component belangrijk. De lijnen moeten niet alleen samen een rijk interval vormen, maar ook qua beweging goed vloeien. Toonherhalingen kunnen bijvoorbeeld ontzettend storen, omdat het dan klinkt alsof een stem stagneert. Door extra tussennootjes kun je dat soort stuiteringen voorkomen. Bij tweestemmigheid werken parallelle tertsen en sexten verreweg het best. Bedenk dat als je vier instrumenten hebt voor het stemmenweefsel, je het tweestemmig kunt houden door eenvoudigweg elke stem te dubbelen. Soms werkt dat sterker dan een wollig vierstemmig tapijt.
Drie- en vierstemmigheid
Met drie of vier stemmen moet je meer denken in termen van harmonische functies, omdat er van noot tot noot akkoorden ontstaan die een logisch verband moeten hebben. Dat klinkt ingewikkelder dan het is, maar als je de gewone grammatica van Tonica, Subdominant en Dominant een beetje begrijpt, hoef je dezelfde principes alleen maar toe te passen op een heel gecondenseerd niveau. De akkoordfuncties wisselen elkaar nu niet af per – zeg even – maat, maar per noot. De arrangeur is dan voortdurend aan het puzzelen met vragen als ‘zal ik deze noot als een voorhouding behandelen en het hele akkoord een halfje opschuiven, of zal ik hem behandelen als een tussendominant? Of zal ik parallelharmonie gebruiken…. of er toch een wisselakkoordje van maken?’ Het maken van dit soort zogeheten lintharmonisaties kost in het begin zeer veel tijd. Het is geen hogere wiskunde, maar een paar lessen en enige handigheid op de piano zijn toch wel noodzakelijk. Ook is de computer een goede vriend als het op die piano niet zo wil vlotten. De vierstemmige versie van Blue Monk (zie onder) laat zien hoe in de geharmoniseerde melodie bij iedere noot een akkoordsymbool is geplaatst. Het grappige is dat de begeleidende gitarist of pianist dat allemaal niet hoeft mee te spelen: het oorspronkelijke hoofdakkoord uit de eenstemmige versie volstaat. Mooi vakmanschap als het gaat om meerstemmigheid vind je qua blazers bij Supersax. En de jongens van Take Six kunnen heel aardig zesstemmig zingen, zoals bijvoorbeeld in ‘Get Away Jordan’.
Vraag- en antwoord
Meerstemmigheid betekent niet persé dat de stemmen altijd gelijktijdig moeten bewegen. Ze kunnen ook volgens een vraag-en-antwoordconstructie worden gebruikt. Zo heeft Blue Monk op de derde en vierde tel van de eerste twee maten een klein beetje ruimte voor een kort antwoordje op het oploopje van de melodie. Thomas Tallis schreef halverwege de zestiende eeuw een 40-stemmig motet, en die stemmen gingen echt niet allemaal gelijk op.
Bewegingssoorten
Er zijn verschillende manieren om meerstemmigheid te ontwerpen. Gelijke beweging komt het meest voor: de stemmen gaan dan samen omhoog of omlaag. De intervallen kunnen dan wel in grootte verschillen, maar qua richting gaan ze gelijk op. Als de intervallen wel gelijk blijven, spreken we van parallelle beweging. Het is ook leuk om te experimenteren met tegenbeweging; als de ene stem omhoog gaat, gaat de andere naar beneden. Dat lukt lang niet altijd, maar soms is het een bruikbare aanpak. Tot slot kennen we nog de zijdelingse beweging. Daarbij blijft een van de stemmen horizontaal, terwijl de andere omhoog of omlaag gaat. Een leuk voorbeeld is het duet ‘Something Stupid’ van Frank en Nancy Sinatra.
Instrumentatie
In de meeste gevallen schrijft een arrangeur voor een bestaande bezetting. Hij moet dus meestal roeien met de riemen die hij heeft. Waar hij rekening mee moet houden, is of de beschikbare instrumenten wel gelijkwaardig zijn. Als er bijvoorbeeld fluit, trompet, tenor- en baritonsax in de band zitten, maakt vierstemmigheid weinig kans. De fluit is weliswaar het hoogste instrument en zou de hoofdmelodie moeten spelen, maar de trompet is zoveel meer aanwezig dat je diens stem als melodie waarneemt. De fluitstem verzuipt domweg, en omdraaien van beide stemmen helpt weinig. Een oplossing is om de fluit en de trompet dezelfde stem of in octaven te laten spelen. Met gelijkwaardiger instrumenten zijn er meer mogelijkheden. Een bigband heeft normaliter twee altsaxen, twee tenoren en een baritonsax. Glenn Miller creëerde een unieke sound door een van de alten te vervangen door een klarinet.
Voorbeeld: Blue Monk
De eerste regel van de oorspronkelijke melodie van Blue Monk, een blues in F met de bekende drie bluesakkoorden. Onthoud dat de laatste noot in de derde maat een syncope van de eerste tel is, en hoort bij het akkoord in maat 4. De noot met het kruisje is een zogenaamde ‘ghostnote’, die niet echt klank krijgt en ook niet hoeft te worden geharmoniseerd.
Blue Monk nu met de meest voor de hand liggende tweede stem, in parallelle beweging. Je ziet dat beide stemmen geen toonsherhalingen hebben door het gebruik van chromatische doorgangstonen, en dus mooi vloeien. De doeltonen landen netjes op een akkoordtoon.
Een andere tweede stem, ditmaal grotendeels gebaseerd op tegenbeweging, althans in de eerste twee maten. In de derde maat is tegenbeweging moeilijk te realiseren.
Een vierstemmig lintharmonisatie van Blue Monk. Die maak je door functionele harmonieleer op elke nootovergang toe te passen. Met dim-akkoorden en tussendominanten worden de doelakkoorden benaderd.
De driestemmige versie is gedestilleerd uit de vierstemmige door de sterkste noten uit de derde en vierde stem te selecteren. In een blues als deze hebben septiemen de voorkeur boven de kwinten van de akkoorden. De derde stem loopt nu niet overal in gelijke beweging.
Goed om te weten
Spanningsbogen
Een van de zaken die een arrangeur in de gaten moet houden, is de spanningsboog. Het is de kunst om de luisteraar nieuwsgierig te maken en te houden. Te veel herhaling van hetzelfde refreintje kan worden doorbroken door een solo voor te schijven, of bijvoorbeeld een ‘special chorus’ voor de blazers uit te werken. Dynamiek is een ander hulpmiddel om het stuk gaandeweg body te geven. Intellectuele passages zijn op hun tijd de moeite waard, maar de luisteraar kan het op een gegeven moment niet allemaal meer verteren als het te lang duurt. En: de musici moeten jouw bedenksels ook nog een keer allemaal kunnen volhouden. Blazers gaan ‘door hun bek heen’ (vakjargon) als je ze te zwaar of te lang belast, zangers worden schor, en ook drummers kun je niet oneindig lang door laten beuken. Kortom: arrangeren is niet alleen een vak waar je je hersens goed bij op de proef kunt stellen, je moet ook rekening houden met de menselijke kant van de zaak.
Gewoon doen
Arrangeren is een rijk ambacht waarbij veel komt kijken. Laat dat je niet weerhouden om je er in te verdiepen. Je kunt het namelijk zo ingewikkeld maken als je zelf wilt. Begin gewoon met transcripties van bestaand materiaal. Laat je werk zien aan iemand die er verstand van heeft, constateer dat je fouten hebt gemaakt en leer ervan! Dat is de weg die iedere goede arrangeur heeft bewandeld.
Zie ook
» Notatiesoftware
» Muziekpapier
» Hoe klink ik als… Queen?
» Orkest-muziek maken voor een pop-song
» Hoe spannende en enge muziek werkt in horrorfilms en thrillers
» Hoe klink ik als… ABBA?
» Liedjes verkopen! – Over labels, publishers en credits
» Wat is Buma/Stemra en waarom lid worden?
» Songwriter worden? Leer alles over liedjes schrijven
» Hoe schrijf je een persoonlijk lied voor een bruiloft?
» Hoe schrijf je musical-muziek?
» Last van een writersblock? Vijf tips!
» Hoe schrijf je kerstmuziek?
» Hoe klink ik als… filmcomponist John Williams
» Hoe klink ik als…filmcomponist Hans Zimmer
» Oldskool compositie voor starters
Nog geen reacties...