Hoe omgaan met slecht monitor-geluid op het podium?
Gepubliceerd op dinsdag 17 juli 2018
Iets waar alle muzikanten en technici mee te maken hebben op het podium, zijn monitors. Eenmaal goed ingeregeld zullen de artiest en de geluidstechnicus er na afloop samen gezellig een biertje of frisje op drinken. Maar slecht ingeregeld zal het vooral tot zure blikken over en weer leiden, een artiest die zichzelf niet of juist te veel hoort en een technicus die maar moet uitvinden wat die vage handgebaren betekenen. En dat terwijl beiden juist naar het zelfde doel streven: een geweldig optreden. Daarom hieronder een lijstje met tips om ervoor te zorgen dat je monitors geen punt van ergernis worden.
De muzikant
Laten we deze blog even in tweeën delen: aan de ene kant heb je de muzikant, aan de andere kant de technicus. Om te zorgen dat je geluid goed is op je monitor, kun je als artiest een aantal dingen doen, te beginnen in je oefenruimte. Denk allereerst na wat je over je monitor wilt horen en bespreek dat (indien van toepassing) met de rest van je band. Zo weet je van elkaar wat je wilt horen en kun je kijken wat de belangrijkste elementen zijn. Dit zou je zelfs in je technische rider al op kunnen nemen: Johan – vocals: 100% zang Johan, 75% backings, 75% kick, 50% bas en gitaren enzovoort. Als je bijvoorbeeld op een podium met minder monitors dan muzikanten komt (wat nog wel eens voor wil komen), dan weet je wat je eventueel kunt laten wegvallen.
Het volume
Wat ook kan helpen, is zorgen dat het zogenaamde podiumgeluid op een minimum ligt. Zorg daarbij dat alle instrumenten allemaal rond hetzelfde, laagst acceptabele volumeniveau zitten. Als iedereen lukraak zijn volumeknop opendraait, wordt het voor de technicus ook een helse klus om het goed uit te versterken. Vervolgens kun je je op het podium gaan richten. Laat de technicus zijn werk doen tijdens het soundchecken en ga er niet doorheen lopen spelen. Mocht hij op basis van je rider al wat monitoring hebben gedaan, ga dan na of dat voldoende is. Niet goed? Geef een voor een aan wat je wel en niet wilt horen, speel daarna nog een keer met z’n allen en geef daarna nog eens aan of er wat kan verbeteren. Als het dan nog niet goed is, moet je je afvragen of je wensen niet buiten de mogelijkheden liggen.
De technicus
Hoe goed een band of artiest zich ook voorbereidt om het voor jou als technicus zo makkelijk mogelijk te maken, uiteindelijk moet jij je zien te redden met de spullen die je tot je beschikking hebt, ofwel van jezelf ofwel van de zaal ofwel van de artiest. De ene monitor is de andere niet en daarnaast ben je afhankelijk van de mogelijkheden op je mengpaneel. Idealiter zou je voor elke muzikant minimaal een monitor willen plaatsen en ook zodanig dat het geen feedback oplevert. Maar hoe kun je ervoor zorgen dat de basis juist is?
Uit- of thuisfluiten?
Het begint bij je mengtafel. Via het aux- of monitor sends-gedeelte kun je per kanaal aangeven hoeveel je van het binnenkomende volume naar de monitors wilt sturen. Afhankelijk van hoeveel sends je hebt, weet je ook hoeveel instrumenten afzonderlijk te monitoren zijn. Mocht er iets een beetje harder of zachter moeten, dan weet je ook meteen of dat mogelijk is natuurlijk. De volgende stap zijn de vloermonitoren. Door met de microfoon een zwaaiende beweging voor de monitor te maken, kun je met behulp van je equalizer rondzingen onderdrukken. Dit wordt het zogenaamde uitfluiten genoemd. Zo weet jij hoe hard je kunt en welke frequenties eventueel verder onderdrukt moeten worden (al moet je dit niet te veel willen). Een andere optie is om een microfoon met een andere richtingskarakteristiek te kiezen.
Luisteren, luisteren, luisteren
Als je al je voorbereidingen hebt getroffen, komt de band uiteindelijk op het podium te staan. Met een line-check kun je dan alvast alle muzikanten een beetje bijsturen wat betreft monitorwensen. Dit kan door een individu harder te zetten op de monitor of de rest juist zachter. Nog een optie (maar eentje die je niet vaak in dank zal worden afgenomen) is om het podiumgeluid te verlagen: iedereen moet dus zachter spelen. Wat ook vaak kan helpen en vooral voor zangeressen en zangers een hulpmiddel is, is door de frequenties tussen ruwweg 1 en 5 kHz een duwtje te geven. Het nadeel is vaak wel dat dit ook over de rest van het geluid te horen is, dus dan is de vraag of je daar blij mee bent. Mocht je er echt niet uitkomen op afstand, ga dan zelf luisteren. Vaak weet jij beter wat er nodig is en heb je de oplossing in twee tellen gevonden. Natuurlijk is dit een proces waar je ook ervaring mee moet krijgen, dus wees niet bang om te proberen!
De gulden middenweg?
Mocht je al deze problemen echt willen voorkomen, zowel als muzikant en als technicus, vertrouw dan op in-ear monitors. Deze kleine oordoppen zorgen ervoor dat er minder of geen bandleden meer een vloermonitor nodig hebben en de technicus kan met eigen in-ears makkelijk meeluisteren. Op deze manier heb je een veel directer geluid op het podium, het sluit omgevingsgeluid ook meteen goed af en je oren worden meteen beschermd. Het enige is dat je als geluidsman wel moet weten hoe het werkt: de diverse draadloze frequenties, het onderscheiden van de verschillende in-ear-systemen, noem het maar. Op het podium moet je er ook mee kunnen werken: je kunt je niet zo makkelijk meer verschuilen achter een slechte mix (die als het goed is ook niet mag bestaan als je al wensen doorgeeft) en het publiek sluit je af, waardoor je misschien wel dingen mist. Maar een echte artiest lost dat natuurlijk zo op.
Op welke manier voorkom jij slecht monitorgeluid? Laat het hieronder weten!
Zie ook
» Monitoring op het podium – Hoe en wanneer (niet)?
» Live-geluidstechnicus en band – Do’s en don’ts voor goede samenwerking
» Brom, en hoe ik het voorkom
» Geluidstechnicus worden: zo maak je een goede start
» Wat is richtingskarakteristiek?
» Wat zijn de beste in-ear monitors voor mij?
» Vloermonitoren
» In-ear monitors & toebehoren
» Alle PA-producten
Bedankt Bax voor jullie zeer interessante blogs!
Ik ben bandlid in een coverband van 4 personen. Tot nu toe altijd opgetreden met een goedkope analoge mengtafel, maar nu willen we de overstap maken naar een digitale mixer. Wij draaien qua monitoring op IEM’s, soms aangevuld met 1 of meerdere floor-monitors. Onze IEM’s zijn volgens mij stereo, maar produceren een mono geluid.
Mijn vragen zijn deze:
– Ik hoor muzikanten en anderen praten over ‘stereo IEM’s’ en dat deze een veel beter, mooier en gedefinieerder geluid geven ten opzichte van mono IEM’s. Het schijnt voor muzikanten nogal een verschil te maken t.o.v. mono.
Maar waar toetsen of een elektrische gitaar stereo kunnen zijn, is zang toch ALTIJD mono? Hoe moet ik dat dan zien in het kader van stereo in ear monitoring?
– Bij aanschaf van een (digitale) mengtafel dien je wat monitoring betreft (als ik het juist heb) te kijken naar het aantal auxen en of dit voldoende is voor jouw band-wensen. Als ik voor 4 muzikanten stereo IEM’s wil (eventueel aangevuld met max. 4 floor-monitors), over hoeveel auxen zal de mixer dan moeten beschikken?
Alvast heel veel dank voor je medewerking en informatie!
Met vriendelijke groet,
Roel
In-ear all the way!
Doordat digitale tafels steeds betaalbaarder worden, hoeft het aantal uitgangen geen beperking meer te zijn.
Met een XLR-kabel, een kastje van 50 euro en een setje goeie oordoppen van 100 euro ben je er al.
Met een appje kunnen muzikanten evt. zelf hun mix in elkaar schuiven.
Een of twee microfoons op “de crowd” erbij richten, en je behoudt als muzikant het contact met het publiek.
Voor de musici kraakhelder en duidelijk geluid, en het podiumgeluid blijft binnen de perken (waar musici, technicus én publiek allemaal profijt van hebben)!
Moet je toch vloermonitoren gebruiken, ga dan niet lukraak mooie mixjes maken met alles erin, maar zet alleen op de monitor wat de musici daadwerkelijk nodig hebben.
Het blijft een beetje schipperen, vooral als je minder monitors hebt dan bandleden (en in mijn beleving is dat altijd het geval). Dus: compromissen sluiten, niet te hoge eisen stellen.
Ook belangrijk is: het geluid op het podium moet niet te hard staan. En nadat je, samen met de geluidsman, het podiumgeluid goed hebt ingesteld blijft iedereen met zijn vinges van de versterkers af.