De kwintencirkel – De ideale tool voor elke muzikant
Gepubliceerd op vrijdag 19 augustus 2022
In dit artikel bespreekt Gastblogger Lode Habex wat de kwintencirkel is en hoe dit voor muzikanten één van de meest praktische tools kan zijn. Deze ‘circle of fifths’ heeft een brede waaier aan toepassingen. En aangezien Lode een levenspassie voor muziek heeft en een zelfgeschoolde muzikant is, weet hij als geen ander hoe je beginnende muzikanten helpt bij de vele muzikale problemen waar ze tegenaan lopen.
- Wat moet je weten voor je leert over de kwintencirkel?
- Wat is de kwintencirkel?
- Waar gebruik je de kwintencirkel voor?
- #1. Zie in één oogopslag welke majeur en mineur toonladders bij elkaar horen
- #2. Vind in no-time de tonen van een majeur of mineur toonladder
- #3. Zoek snel alle veelgebruikte akkoorden
- Leer nog meer handige toepassingen van de kwintencirkel
- #4. Ontdek hoeveel kruisen of mollen je nodig hebt
- #5. Maak interessante progressies met secundaire dominanten
- #6. Creëer nóg meer kleur door akkoorden te ‘lenen’
- Zie ook
Wat moet je weten voor je leert over de kwintencirkel?
Kun je de theorie in dit artikel niet goed volgen? Eén of meer van onderstaande blogs gaan je ongetwijfeld helpen!
- Noten leren lezen: C-majeur toonladder
- Noten leren lezen: mineur-toonladder en toonsoort
- Majeur en mineur: het verschil horen en begrijpen
- Akkoorden: theorie en akkoordsymbolen
- Voortekens: kruisen, mollen en herstellingstekens
Wat is de kwintencirkel?
De kwintencirkel is een hulpmiddel om de relaties tussen de twaalf tonen van de chromatische toonladder op een visuele manier te laten zien. Al eeuwenlang doen muzikanten hier regelmatig een beroep op. De cirkel bestaat uit een opeenvolging van vijfdes of ‘fifths’. In de klassieke muziekleer noemen we dat een kwint. Voorbeeld: wanneer ik de toon C speel, zal de ‘kwint’ (in het Engels de ‘fifth’) de toon G zijn. De kwint van G is dan weer de toon D enzoverder. Hieronder is een afbeelding van het muzikaal alfabet in C majeur. Ik vervang de letters door cijfers, waardoor ik sneller de kwint kan terugvinden.
Waar gebruik je de kwintencirkel voor?
Door deze opvolging van vijfdes of ‘fifths’ laat de cirkel me zien hoe alle muzieknoten, toonsoorten en akkoorden met elkaar in verband staan. Ik gebruik de cirkel dan ook voor veel verschillende toepassingen. Zelfs toen ik nog geen basiskennis had van muziektheorie, was het mogelijk om – dankzij de kwintencirkel – muzieknummers beter te begrijpen, eigen tunes te creëren en nog zoveel meer… Het is volgens mij dan ook de perfecte tool voor elke muzikant! In dit artikel leg ik uit wat je allemaal kan met dit muzikaal gereedschap.
#1. Zie in één oogopslag welke majeur en mineur toonladders bij elkaar horen
Wat meteen opvalt aan de kwintencirkel is dat er twee cirkels zijn, één voor majeur en één voor mineur. De buitenste cirkel is de majeur cirkel, in hoofdletters, de binnencirkel, in kleine letters, is mineur (de mineur ladder die we gebruiken in dit artikel wordt ook wel de ‘relatieve’ of ‘natuurlijke’ mineur toonladder genoemd). Dit laat me telkens toe om snel af te lezen welke families in mineur dezelfde tonen hebben als deze in majeur. De familie van C majeur en A mineur (of ‘a’) staan bij elkaar, wat betekent dat ze dezelfde tonen hebben. Net zoals de familie van G majeur alle tonen deelt met de familie van E mineur (‘e’) enzovoort. Welke tonen dat zijn, leg ik hieronder uit.
#2. Vind in no-time de tonen van een majeur of mineur toonladder
Misschien wel een van de belangrijkste functies van de kwintencirkel is dat ik alle tonen van een majeur of mineur toonladder kan vinden via de cirkel.
Majeur-tonen
Belangrijk is om te bepalen wat de ‘grondtoon’ zal zijn, bijvoorbeeld C. Wanneer ik alle tonen binnen een bepaalde familie wil vinden, ga ik altijd eerst één stap terug. In het geval van C is dat de F. Vanaf daar kunnen we nu, naar rechts, de zeven tonen van de majeur-toonladder aflezen. Hieronder zie je drie voorbeelden:
- Voor C majeur (zwarte lijn) komen we terecht bij de tonen: F, C, G, D, A, E, B
- Voor F majeur (oranje lijn) komen we terecht bij de tonen: B♭, F, C, G, D, A, E
- Voor B♭ majeur (blauwe lijn) komen we terecht bij de tonen: E♭, B♭, F, C, G, D, A
Mineur-tonen
Nu ik dit heb gedaan, weet ik ook meteen de tonen voor de mineur-families A, D en G mineur. In de eerste cirkel van ons artikel zie ik dat A mineur dezelfde tonen gebruikt als C majeur, D mineur dezelfde als F majeur en G mineur dezelfde als B♭ majeur.
#3. Zoek snel alle veelgebruikte akkoorden
Ik zelf gebruik de cirkel het meest om te weten welke akkoorden er gebruikt kunnen worden binnen een bepaalde toonaard.
Majeur-akkoorden
De akkoorden 1, 4 en 5 van een majeur-toonaard zijn altijd majeur (I, IV, V), terwijl de akkoorden 2, 3 en 6 mineur zijn (ii, iii, vi). Deze kan ik opnieuw zeer snel aflezen in elke toonaard door gebruik te maken van de cirkel. Het IV-akkoord staat altijd direct links van de grondtoon en het V-akkoord rechts. De mineur-akkoorden ii, vi en iii staan hier direct onder. Deze zes akkoorden kan ik gewoon verschuiven naar de gewenste grondtoon, om zo de akkoorden van elke majeur-toonaard te vinden.
Als ik de akkoorden voor de familie van C majeur wil aflezen, kom ik uit bij: C, d, e, F, G, a.
Mineur-akkoorden
Voor een familie in mineur gebruik ik min of meer hetzelfde principe, maar met een ander vertrekpunt, namelijk de mineur-cirkel. De 1, 4 en 5 zijn altijd mineur, de 3, 6 en 7 majeur. Hieronder zie je de toepassing ervan voor de familie van A mineur. Het iv-akkoord staat weer direct aan de linkerkant en v rechts. Direct daarboven staan de majeur-akkoorden VI, III en VII. Ik kom nu uit op de akkoorden: a, C, d, e, F, G. Zoals je ziet, zijn dat dezelfde akkoorden als van C majeur, maar dan met een ander vertrekpunt. Ook nu is het eenvoudig om te transponeren naar een andere grondtoon door de groep akkoorden de cirkel rond te schuiven.
Hoe zit het met de verminderde akkoorden VII° in majeur en II° in mineur?
Nog even terug naar de basics. Wanneer ik de tonen en bijbehorende akkoorden zoek voor een familie in majeur of mineur, kom ik altijd terecht bij zeven verschillende tonen. Het is duidelijk dat er een groot verschil is wanneer ik in mineur of majeur speel, en dat zit hem in de volgorde van de akkoorden. Voor een familie in majeur zijn het eerste, vierde en vijfde (I, IV, V) akkoord majeur, de akkoorden twee, drie en zes (ii, iii, vi) zijn mineur. Het zevende akkoord (vii°) is verminderd (°), in het Engels diminished. Wanneer ik speel in mineur zijn het eerste, vierde en vijfde akkoord mineur (i, iv, v), is het tweede diminished (ii°) en zijn het derde, zesde en zevende majeur (III, VI, VII). Wil je het diminished akkoord via de cirkel vinden? Kies een toonaard en schuif twee posities naar rechts. De toon die in de mineur-cirkel staat is diminished. Voorbeeld: vertrekkende vanuit C of a, komen we uit bij B, wat in dit geval dus het verminderde akkoord wordt, geschreven als Bdim of B°. Nog een voorbeeld: wanneer ik het diminished akkoord zoek van A majeur of f# kom ik terecht bij G#dim (G#°). Houd er rekening mee dat deze akkoorden zeer onstabiel klinken. Om deze reden worden diminished akkoorden niet zo vaak toegepast.
Leer nog meer handige toepassingen van de kwintencirkel
#4. Ontdek hoeveel kruisen of mollen je nodig hebt
De kwintencirkel gebruik ik voor deze toepassing op twee manieren. Ten eerste kan ik meteen aflezen hoeveel kruisen en mollen er zich binnen de familie bevinden. Ten tweede vertelt de cirkel wélke tonen binnen de familie een kruis of mol hebben. Het werkt zo:
- Voor het aflezen van kruisen vertrek ik vanuit de positie van 12 uur. Op die positie vind ik C majeur. De reden hiervoor is dat binnen de familie van C majeur (en A mineur) geen enkele kruis of mol zit. Wanneer ik naar rechts schuif komt er telkens een kruis bij. Zo weet ik dat de familie van G majeur één kruis heeft, de familie van D majeur twee, A majeur drie, enzovoort.
- Voor mollen gebruik ik dezelfde methode, maar… daarvoor ga ik naar links. De familie van F majeur heeft één mol, die van B♭ heeft twee mollen…
- Wanneer ik wil weten wélke tonen (en bijbehorende akkoorden) een mol of kruis hebben kan ik dit eenvoudig terugvinden op de cirkel. Voor de kruisen begin ik altijd bij F en ga ik naar rechts. Elke familie die één of meer kruisen heeft, heeft dus altijd minimaal de F#. Om de mollen te bepalen begin ik bij B♭ en ga ik naar links. Elke familie die één of meer mollen heeft, heeft dus altijd minimaal de B♭.
Voorbeeld: als ik een nummer schrijf in A majeur, weet ik door de cirkel dat:
- …deze familie drie kruisen heeft (want drie stappen naar rechts vanaf C).
- …dat deze kruisen F#, C# en G# zijn. Want ik begin, zoals gezegd, altijd op de F en ga vanaf daar naar rechts. In dit geval tot ik drie letters heb (F, C, G).
- Voor de familie van E majeur zou er één extra kruis bijkomen. Ik krijg dan F#, C#, G# en D#.
Nu een voorbeeld met mollen. Wanneer ik een nummer schrijf in Eb, weet ik:
- …dat er drie mollen schuilen binnen deze familie. Ik ga namelijk drie stappen naar links vanaf C.
- …dat deze mollen B♭, E♭ en A♭ zijn. Want ik begin bij mollen altijd op Bb en ga dan naar links. In dit geval tot ik drie letters heb (B, E, A).
Heb je al zin om aan de slag te gaan? Probeer zeker eens een eigen nummer te schrijven met behulp van de cirkel! Denk eraan, practice is the key!
#5. Maak interessante progressies met secundaire dominanten
De naam secundair dominant-akkoord klinkt misschien complex, maar laat je zeker niet afschrikken, want dat is het niet! In combinatie met de kwintencirkel is het enorm makkelijk om gebruik te maken van secundaire dominanten. Ik gebruik dit zelf voornamelijk om akkoordenprogressies interessanter te maken en meer eigenheid te geven.
V-akkoord vinden (dominantakkoord)
Om dit te doen is het belangrijk te weten wat het V-akkoord is. Dat is, na het eerste akkoord (de tonica), het belangrijkste akkoord, omdat het een grote impact heeft op ons muzikaal gehoor. Door gebruik te maken van de V wordt ons gehoor getriggerd om terug te keren naar de I. Om die reden wordt het V-akkoord ook wel het dominantakkoord genoemd ten opzichte van de I. Doordat de cirkel een opeenvolging is van vijfdes, is het kinderspel om deze te vinden. Voorbeeld: wanneer ik de akkoordenprogressie I-V-IV-I speel binnen de familie van G majeur, kom ik uit bij de akkoorden G-D-C-G. Binnen de familie van G is het vijfde akkoord een D. D is dus het dominantakkoord ten opzichte van de tonica G. De afstand tussen de tonica G en D is een vijfde.
Secundair dominantakkoord vinden
Ik was eigenlijk niet op zoek naar het dominantakkoord, maar naar het secundair dominantakkoord. Het gewone dominantakkoord maakt deel uit van de muzikale familie en staat altijd op de vijfde positie (dus D ten opzichte van G of G ten opzichte van C). Het secundair dominant akkoord maakt geen deel uit van de familie en kan bijna vanuit elke positie gevormd worden. In onderstaande afbeelding staan eerst al de akkoorden van de familie G majeur op een rij (G, a, b, C, D, e, f#°).
In de rij eronder staan de vijfdes ten opzichte van elk akkoord binnen deze familie. Wanneer ik dat akkoord behandel als majeur en daar eventueel een 7 aan toevoeg, krijg ik het secundair dominantakkoord. Pak bijvoorbeeld ‘D’ uit de tabel hierboven, zoek deze op in de kwintencirkel (zie onder) en ga één stap naar rechts. Daar vind je de A. Nu voegen we hier naar eigen smaak nog een 7 aan toe: A7. De A7 is het secundair dominantakkoord van D in ons voorbeeld. Alle secundair dominantakkoorden in de tabel hierboven horen eigenlijk niet binnen de familie van G majeur thuis, met uitzondering van de eerste. De D is namelijk het (gewone) dominantakkoord in de familie van G.
De regels op een rijtje:
- Je kan vertrekken vanuit elk akkoord binnen een muzikale familie, behalve van een diminished (verminderd) akkoord. Dit is te onstabiel. Als ik het verminderde akkoord speel, keer ik altijd terug naar het akkoord met de meeste stabiliteit, namelijk het eerste.
- Je kan gebruikmaken van de 7, maar dat is niet noodzakelijk.
- Het secundair dominantakkoord is altijd majeur, hoewel hier enkele uitzonderingen op zijn.
- Het secundair dominantakkoord kan gespeeld worden voor verschillende akkoorden (zie voorbeeld onderaan).
Voorbeeld van een progressie met een secundair dominantakkoord
Stel; ik speel een progressie in de familie van G majeur en ik wil gebruikmaken van de akkoorden I en vi (G en e). Als ik een een akkoord zoek wat ik hiertussen kan plaatsen, kan ik gebruik maken van een secundair dominantakkoord. Als ik het secundair dominantakkoord zoek, vertrekkende vanaf het zesde akkoord (e), behandel ik het e-akkoord tijdelijk als tonica en zoek ik de vijfde vanaf dat akkoord: dit is B7. Ik speel dit secundair dominantakkoord voor ik het zesde akkoord speel. Op die manier krijg ik een prettig klinkende progressie van akkoorden: G-B7-e. De toon B is namelijk een vijfde vanuit de toon E. Door B7 te spelen, begeleid ik de luisteraar op soepele wijze naar het akkoord e. Om deze progressie af te sluiten, kan ik heel wat verschillende akkoorden gebruiken. Zo kan ik bijvoorbeeld het dominantakkoord binnen de familie van G majeur, het dominantakkoord D gebruiken. Dan krijg ik G-B7-e-D. Als ik vanaf die D terugga naar het begin (G), krijg ik opnieuw zo’n natuurlijk klinkende progressie van een vijfde (D naar G).
Secundair dominant wil altijd terug
Het secundair dominant akkoord zal me altijd willen leiden naar het dominante akkoord of de (nieuwe) tonica. Ik beschouw dit als een algemene standaard in de muziekwereld, al zijn er een aantal muzikanten die hier op een subtiele manier van afwijken. Door gebruik te maken van de cirkel ontdek ik als eerste de akkoorden binnen een bepaalde familie. Nadien kan ik op de cirkel heel makkelijk aflezen welke secundair dominantakkoorden ik kan gebruiken als toevoeging bij de akkoorden die ik in het begin heb gevonden.
Nog een voorbeeld
Afsluiten doe ik met een extra voorbeeld. Deze keer speel ik de progressie I, V, iii binnen de muzikale familie van F majeur. Door de kwintencirkel te gebruiken kan ik direct aflezen welke akkoorden dit zijn, namelijk F, C en a. Ik kan zorgen voor een afwisseling van de progressie door het secundair dominant akkoord te zoeken vanaf het derde akkoord, het a-akkoord. Ik speel het secundair dominantakkoord net voor het a-akkoord en zo krijg ik een mooie overgang. Op de linker afbeelding zie je al de akkoorden binnen de familie van F. Het secundair dominantakkoord vind je door één positie naar rechts te schuiven. Vertrekkende vanuit het a-akkoord kom ik op het e-akkoord terecht. Zoals gewoonlijk zet ik dit om in majeur en voeg ik een 7 toe, waardoor ik E7 krijg. De progressie verandert dus van F, C, a naar F, C, E7, a. Probeer het uit. Klinkt cool toch?
#6. Creëer nóg meer kleur door akkoorden te ‘lenen’
Dit is opnieuw een fijne toepassing die ik gebruik om progressies aangenamer en vooral meer excentriek te laten klinken. Het is goed om te weten dat er meerdere akkoorden zijn die we kunnen lenen vanuit andere muzikale families in majeur of mineur. Doordat het omvormen van het vierde akkoord – binnen een familie in majeur – het meest wordt toegepast beschrijf ik hier alleen deze functie. Om af te wisselen met de ‘normale’ akkoorden kan ik het vierde akkoord – wat normaal gezien majeur is – omvormen tot een mineur akkoord. De technische redenering hierachter is dat ik akkoorden kan lenen vanuit een muzikale familie die gelijknamig is ten opzichte van de familie waarin ik speel. Een familie die gelijknamig is bestaat uit dezelfde grondtoon. Zo is G mineur gelijknamig ten opzichte van G majeur omdat deze dezelfde grondtoon, G, hebben.
Een veel gebruikte overgang: van IV naar iv
Stel: we nemen een progressie in C-majeur. We spelen dan bijvoorbeeld de progressie I-vi-IV oftewel C-a-F. Het vierde akkoord binnen de familie van C-majeur is het F-akkoord. Om hier de progressie wat interessanter te maken kan ik het vierde akkoord, F, omvormen naar een mineur-akkoord, dus van F naar f. Hierdoor krijg ik de progressie I-vi-IV-iv of C-a-F-f. Het akkoord f hoort eigenlijk niet thuis binnen de familie van C majeur: we lenen dit akkoord van de gelijknamige familie: C mineur. Het akkoord f staat immers op de vierde positie binnen de familie van C mineur. Deze overgang van het vierde akkoord in majeur naar hetzelfde akkoord in mineur klinkt bijzonder mooi als ik nadien terugkeer naar het eerste akkoord van de familie. Op die manier krijg ik een overgang die vaak terugkomt in verschillende genres, zoals pop, rock en jazz. Variatie: soms sla ik het vierde majeur-akkoord over en gebruik ik enkel het geleende mineur-akkoord. Dus bijvoorbeeld I-vi-iv.
Snel de IV opzoeken in de kwintencirkel
De kwintencirkel is ideaal om de verschillende akkoordenprogressies uit te testen. Zo kan ik meteen aflezen wat het vierde akkoord binnen een bepaalde toonaard is en hoef ik het nadien enkel om te vormen naar een mineur-akkoord. Het fijne hieraan is dat de cirkel het opnieuw heel eenvoudig maakt om dit concept te gebruiken. Het stelt me ook in staat om dit toe te passen binnen verschillende toonaarden.
Zie ook
» Muziektheorieboeken
» Muziekinstrumenten & accessoires
» Leren luisteren naar tracks: bpm, key, akkoorden & structuur
» Maatsoorten, maatstrepen en herhalingstekens uitgelegd
» Akkoorden van liedjes uitzoeken – Zo pak je dat aan
» Groove in muziek – Wat het is en hoe je het bereikt
» Bijzondere akkoorden: weinig gebruikt, wel handig!
» Vorm van pop-liedjes – Leer over couplet, refrein, bridge en meer!
» Kerktoonladders voor beginners
» Pentatonische toonladder: makkelijk te leren!
» Open stemmingen voor gitaar: probeer ze eens uit!
» Piano-akkoorden spelen? Dit is de basis!
» Akkoorden: theorie en akkoordsymbolen
» Noten leren lezen: mineur-toonladder en toonsoort
» Noten leren lezen: C majeur toonladder
Eerst en vooral wil ik jullie allemaal bedanken voor de leuke reacties!
Ik begrijp dat het complex kan zijn om dit artikel volledig te begrijpen. Daarom heb ik er mijn missie van gemaakt om een eBook uit te werken. Zo zal je niet enkel de basistheorie onder de knie krijgen maar ook leren wat de kwintencirkel is én hoe jij die op verschillende manieren kan toepassen.
Eens je weet hoe de cirkel werkt kan je volledig gebruik maken van ‘Ossia Watch’. Voor meer informatie neem je best een kijkje op onderstaande link:
https://ossia-music.com/pages/products
Uw medemuzikant,
Lode
Mooi artikel, goed begrijpelijk geschreven.
Voor mij een opfrisser!! Dankjewel!!
Kan ik dit artikel ook als pdf-bestand opslaan? 🤔
Dag Willem,
We hebben (nog) geen directe PDF-downloadfunctie op ons blog. Het kan wel op de volgende manier:
In Firefox klik je op het Lezerweergave-icoontje direct naast het website-adres. Vervolgens Control-P en dan kies je rechtsboven Opslaan als PDF.
Om lezerweergave in Chrome te activeren (weliswaar een testversie, dus niet gegarandeerd goed werkend), typ je chrome://flags in de adresregel en zoek je op Reader Mode. Die zet je op Enabled. Vervolgens doe je hetzelfde als in Firefox.
Marnix | Bax Music
Beste,
Zeer interessant artikel! Is het mogelijk om deze en alle andere ook als PDF aan te bieden, want één doorlopende tekst lezen tussen foto’s in, is niet ideaal. Soms wil je ook iets afdrukken om altijd bij de hand te hebben.
Dirk C
Wat interessant !
Dank u wel, allemaal.
Groeten, Jeff
Dankjewel voor dit artikel. Ik heb er zeker veel aan en ga alle suggesties uitproberen. Het lijkt ingewikkeld maar dat valt reuze mee als je goed leest.
Heel helder uitgelegd! Het geeft mij nu meer inzicht en begrip van de harmonieleer! Dank je wel!
Interessant artikel. Echter in zijn compleetheid toch wel gecompliceerd. Muziektheorie voor mensen met compositie talenten.