In de klassieke muziek nemen violen een prominente plaats in. Maar ook in de popmuziek heeft de viool haar weg gevonden, en in muziekstijlen als de folkrock is de viool zelfs niet weg te denken. Hoe wordt dit strijkinstrument bespeeld en hoe moeilijk is het? En waar moet je op letten als je viool en pop gaat combineren? Een nadere kennismaking met een legendarisch instrument!

Zeldzaam ras

De Nederlandse taal kent mannelijke, vrouwelijke en onzijdige woorden. Het woord viool is vrouwelijk. Terecht, vindt violist Matthijs Barnhoorn. “De viool is voor mij een ‘zij’. Ik praat altijd over ‘haar’ als ik het over mijn viool heb. Dat is voor mij heel logisch, daar denk ik niet eens over na.” Matthijs Barnhoorn is violist, maar geen klassiek violist. Zijn roots liggen in de folkrock. Hij speelde onder meer in de befaamde Britse folkrock-formatie Fairport Convention. Ook speelde hij bij Magna Carta en tal van andere formaties. Momenteel speelt hij onder meer bij Sue the Night en Knalland. Daarnaast doet hij veel freelancewerk op het podium en in de studio. Popviolisten vormen een zeldzaam ras en Matthijs is er daar één van. “Dat heeft zijn voordelen. Zo heb ik nog best veel werk als violist. Daarnaast voeg je als violist altijd iets bijzonders toe aan het geluid van een band. Dat wordt doorgaans erg gewaardeerd, zowel door het publiek als de andere bandleden. En ze laten je helemaal vrij in wat je doet, want meestal is er niemand die verstand heeft van vioolspelen. Normaal gesproken bemoeien instrumentalisten zich nog wel eens met elkaar, maar daar heb ik als violist weinig last van. Best prettig eigenlijk.”

Warm geluid

Matthijs’ viool is een Straduarius (niet te verwarren met de onbetaalbare Stradivarius) van 200 jaar oud. “Zij klinkt heel warm. Dat moet ook bij een viool. Een viool met een scherper geluid snijdt in de popmuziek misschien beter door de andere instrumenten heen, maar gaat na een tijdje toch irriteren.” Veel muzikanten behandelen hun instrumenten bijna als geliefden. Dat geldt zeker voor violisten, zo ook Matthijs. Daarom heeft hij onlangs een elektrische viool aangeschaft, voor het ‘ruigere’ werk. Waarbij ‘ruig’ vooral slaat op de omstandigheden waaronder hij soms moet optreden. “Ik kom op allerlei plekken met mijn viool. Dit voorjaar nog bij het paasvuurfeest in Espelo. Dat zijn gevaarlijke plaatsen voor een dergelijk kwetsbaar instrument. Ik heb ook al eens op een kunstmanifestatie opgetreden, waar iemand op een tube blauwe verf ging staan. De verf spoot eruit en kwam op mijn vioolkoffer terecht, die op dat moment gelukkig dicht zat. De blauwe spetters zitten nog steeds op mijn koffer. Ik moet er niet aan denken dat mijn koffer open had gestaan…”

Geen lage E

Het is onbekend wie de eerste viool heeft gemaakt. Aangenomen wordt dat de viool rond 1550 in Italië ontstond in de vioolbouwcentra Brescia en Cremona. In de Middeleeuwen bestonden er veel verschillende snaarinstrumenten. Sommige werden getokkeld, zoals de luit, andere werden gestreken, zoals de vedel en de rebec. Ook de lira da braccio, die al de vorm van de huidige viool had, kan als een voorloper worden beschouwd. De viool heeft vier snaren. De toonafstanden tussen de snaren zijn steeds een kwint. Dat is anders dan bij de gitaar en basgitaar, waar de toonafstanden een kwart zijn. De stemming is G-D-A-E. De laagste snaar is een G, die in toonhoogte overeenkomt met de derde fret op de lage E-snaar van een gitaar. De viool mist dus de lage E, F en Fis die je op een gitaar wel hebt. “Dat is wel iets om rekening mee te houden als je viool aan je band toevoegt”, merkt Matthijs op. “De viool gaat niet zo laag als de gitaar. Ik loop daar als violist soms tegenaan. Dan vragen ze me een toon te spelen die niet op de viool zit.”

Alle emoties

De klank op een viool wordt voortgebracht door de snaren in trilling te brengen met een strijkstok. Deze techniek wordt arco genoemd. Tokkelen met de vingers kan ook, dat heet pizzicato. De viool wordt doorgaans bespeeld door het instrument tussen kin en schouder te klemmen en met de vingers van de linkerhand de snaren in te drukken tegen de ebbenhouten toets, om zo de snaar te verkorten en daardoor hoger te laten klinken. De viool is de kleinste dochter uit de familie van de strijkinstrumenten, met de grotere zussen (van klein naar groot) altviool, cello en contrabas. Strijkinstrumenten nemen in de klassieke muziek een belangrijke plaats in. In de meeste klassieke composities zijn partijen voor strijkers opgenomen. Als solo-instrument leent de viool zich uitstekend voor expressie en virtuositeit. “De viool is mijn grote liefde”, zegt Matthijs. “Het is een instrument waarin je al je emoties kwijt kunt, het hele scala van boos tot blij.”

Doorzettingsvermogen

“Geen enkel muziekinstrument is gemakkelijk”, weet Matthijs als multi-instrumentalist. “Maar de viool heeft een lastige leercurve. Het kost je jaren oefenen voordat je een goede toon krijgt uit een viool. In het begin is het niet om aan te horen. Het vereist veel doorzettingsvermogen van jezelf en je omgeving om viool te leren spelen. Voor veel jonge violisten is de puberteit ‘killing’. Dat is vaak de periode waarin ze het instrument aan de kant doen, want het is geen ‘stoer’ instrument. Een enkeling gaat door, waaronder ikzelf. Ik ben al van jongs af aan gek op het geluid van de viool en dat is altijd zo gebleven.” Het vioolspelen kent verschillende onderdelen die het een moeilijk instrument maken. Matthijs somt op: “De juiste druk van de strijkstok op de snaren. Die druk constant houden over de volle lengte van de strijkstok, zodat je die volle lengte kunt benutten. De juiste snelheid van strijken. De juiste toonhoogte spelen door met de vingers van je linkerhand de snaar op precies de goede plek in te drukken.” Een viool heeft geen fretten, zoals een gitaar. “Je moet alles op gehoor doen”, legt Matthijs uit. “Door te oefenen ontwikkel je een spiergeheugen, waardoor je vingers de juiste plek op de snaar weten te vinden. Maar dan nog heb je je gehoor nodig om het precies goed te doen en waar nodig te corrigeren. Daarom moet een violist zichzelf altijd goed kunnen horen. Zo niet, dan is de kans groot dat er onzuivere noten tussen zitten.” Dat zichzelf goed kunnen horen is nog wel eens een probleem. “In live-situaties loop ik daar soms tegenaan. Daarom heb ik vrijwel altijd mijn eigen monitor bij me. Maar dan nog: heb je er als band een violist bij, dan moet je vaak gas terugnemen, anders is het voor de violist niet te doen.”

Blessures

Naast een moeilijk instrument is de viool ook een fysiek zwaar instrument. Violisten horen bij de meest blessuregevoelige muzikanten: een nek die naar links vergroeit, overcompenseren met de schouder, polsblessures en gehoorproblemen aan het linkeroor zijn klachten waarmee violisten nog wel eens kampen. “Maar met de juiste voorzorgsmaatregelen zijn veel problemen te voorkomen”, aldus Matthijs. “Hoewel ik me ervan bewust ben dat ik zelf met een opgeklapte pols speel, wat eigenlijk niet hoort. Ik doe het automatisch. Het levert me geen blessures op, maar een dergelijke techniek zou een carrière in de klassieke muziek in de weg kunnen staan. Daarin is technische perfectie vereist.” In dat opzicht is Matthijs bewonderaar van Nederlandse popviolisten als Sietse van Gorkom en Camilla van der Kooij, die hij regelmatig tegenkomt in het circuit. “Ik speelde samen met hen in The Kyteman Orchestra. Zij hebben een fabelachtige techniek, met veel positiewisselingen. Daar moet je hard en veel voor studeren.”

Violist in de band

Stel, je wilt als band een violist erbij. Waar moet je dan rekening mee houden? We noemden al dat een violist zichzelf goed moet kunnen horen, vergelijkbaar met zangers. “Waar je je goed bewust van moet zijn, is dat je er een solo-instrument bij haalt”, merkt Matthijs op. “Wellicht heb je ook al een gitarist die solo’s speelt, en misschien een toetsenist of blazers. Die moeten dan ruimte maken voor een nieuw solo-instrument, de viool. Die bereidheid moet er wel zijn bij de andere solisten.” En de viool als begeleidend ’tapijtje’ dan, zoals toetsinstrumenten dat ook kunnen zijn? “Je hebt minstens vier strijkinstrumenten nodig om een tapijtje te kunnen maken. Met twee kan nog net, maar vier is beter. Met één viool red je het in ieder geval niet. Dat is dan per definitie een solo-instrument, dat misschien wel hier en daar een begeleidend lijntje kan spelen, bijvoorbeeld in een ballad.” Zomaar een klassiek geschoolde violist (zoals de meesten zijn) in een band zetten, stuit vaak op problemen. “Klassieke violisten spreken de ‘klassieke taal’, niet de ‘poptaal’. In de pop zeg je bijvoorbeeld: ‘het moet wat pittiger’. Een klassieke violist spreekt dan bijvoorbeeld over staccato”, illustreert Matthijs. Violisten in de popmuziek moeten vaak hun eigen partijen bedenken. “Ik heb meestal ‘carte blanche’, als ik bij een band kom spelen”, zegt Matthijs. “Ik componeer of improviseer dan zelf een partij. Een popviolist moet dus creatief zijn, de verschillende toonladders kennen die in de popmuziek worden gebruikt, spanning kunnen opbouwen waar dat nodig is enzovoorts. De meeste klassiek geschoolde violisten kunnen dat niet, die zijn gewend van blad te spelen.” Zoals gezegd, popviolisten zijn een zeldzaam ras. Wil je eens heel goede popviolisten horen, luister dan eens naar Matthijs’ grote voorbeelden. Dat zijn folkrockviolisten Dave Swarbrick, Chris Leslie en jazzviolist Ric Sanders. “Er zijn natuurlijk ook geweldige klassieke violisten, die een fabelachtige techniek hebben”, zegt Matthijs. “Maar ja, mijn hart gaat nu eenmaal niet sneller kloppen van techniek. Die warme toon en de emotie die je in het instrument kunt leggen, daar gaat het mij om.”

Goed om te weten

Viooltermen

Als je een orkest ziet spelen met strijkers, zie je dat ze allemaal tegelijk op- en afstrijken. Die opstreken en afstreken zijn onderling afgesproken. Dat heeft een praktische kant: als de op- en afstreken niet bij iedereen gelijk zijn, hebben de strijkers last van elkaar, zeker als ze dicht op elkaar zitten. Daarnaast heeft het ook een muzikale kant: een opstreek leent zich beter voor een aanzwellende toon, een afstreek klinkt vanaf het begin ‘zeker’. De term overbinden slaat op de noten die binnen één op- of afstreek worden gespeeld. Het vergt veel oefening om zo veel mogelijk noten uit één op- en afstreek te halen. Dus, kijk vol bewondering naar een violist die acht maten lang één toon aanhoudt en daar ook nog een crescendo (aanzwellend volume) inbouwt. Acro is strijken met de strijkstok, pizzicato is tokkelen. Violisten spelen doorgaans met vibrato, door de vinger die de snaar indrukt heen en weer te bewegen. “Ik doe dat vooral bij lange tonen. Bij korte tonen heb je de tijd niet”, zegt Matthijs. “Dat gaat instinctief, ik denk er niet bij na.”

Uitversterken van een viool

Het uitversterken van een viool kan een lastig verhaal zijn. Er zijn speciale microfoontjes voor, die aan de viool worden bevestigd. Het grote probleem is dan altijd overspraak: de viool pikt ook het geluid op van andere instrumenten. Ook is er steeds het risico op rondzingen. Matthijs Barnhoorn heeft een ander systeem, waar hij heel tevreden mee is. “Het klinkt goed en je hebt geen problemen met rondzingen en overspraak.” Het systeem is van L.R. Baggs. Hierbij wordt een vibratiesensor in de kam ingebouwd (zie foto). Dus echt erin en niet erop. Dit element vangt de trillingen op van de snaren, die vervolgens worden doorversterkt.

Plek op het podium

Violist in de band? Hij of zij neemt niet veel plek in beslag op het podium, maar geef de violist aan de linkerkant voldoende ruimte. Daar zit namelijk de gevarenzone voor de andere bandleden. Kom je daar te dicht bij de violist, dan bestaat de kans dat je wordt gespietst aan de strijkstok. “Laaghangende lampen zijn een gevaar voor de violist zelf, zo heb ik zelf een keer kunnen ervaren tijdens Eurosonic Noorderslag”, aldus Matthijs. “Ik controleer eerst het podium voordat ik ga spelen.”

Zie ook

» Akoestische violen
» Elektrische violen
» Kinderviolen
» Vioolstandaards
» Viool-tuners
» Vioolsnaren
» Vioolboeken
» Vioolkoffers
» Vioolonderdelen
» Strijkinstrument-onderhoudsmiddelen
» Strijkinstrument-microfoons

» 5 viooltips voor beginners
» Elektrische gitaar: geschiedenis, klank en speeltechniek
» Synthesizer: geschiedenis, soorten & tips
» Piano: geschiedenis, techniek & meer!
» Het Hammond-orgel: een klassieker
» Vintage toetsinstrumenten: nooit weggeweest
» De accordeon: populairder dan je denkt
» Mondharmonica: techniek, geschiedenis en soorten
» Trompet: soorten, geschiedenis en speeltechniek
» Saxofoon: geschiedenis, soorten en speeltechnieken
» Maak kennis met de kazoo!

Geen reacties

Nog geen reacties...

Laat een reactie achter