The J. Geils Band – Geschiedenis van een macho groep met stijlgevoel
Gepubliceerd op donderdag 11 augustus 2022
De J. Geils Band was een blues-, R&B- en soul-band die in de begin jaren 70 een perfect stijlgevoel wist te combineren met vlijmscherp muzikaal meesterschap en een verpletterende live-show. Hun eerste vijf à zes LP’s zijn naar de smaak van gastblogger Bart Dingemans hun voornaamste werk. Hij laat je hun beste nummers horen en vertelt je alles wat je erover moet weten.
- Imago
- Oorsprong van de groep
- Het legendarische debuut: The J. Geils Band (1970)
- Wait
- Cruisin’ For A Love
- Ice Breaker (For the Big ‘M’)
- Hard Drivin’ Man
- Homework
- First I look At The Purse
- Na de eerste LP nog éénmaal een topprestatie: The Morning After (1971)
- Whammer Jammer
- Gotta Have Your Love
- Gonna Find Me A New Love
- Neergang zet zich snel in
- Chimes
- Diddy’boppin’
- Stoop Down #39
- I’ll Be Coming Home
- Late commerciële bloei
- In 2017 abrupt einde door overlijden J. Geils
- Zie ook
Imago
Het imago van The J. Geils Band was altijd zeer ruig en macho. Zie de hoezen van de eerste twee LP’s The J. Geils Band uit 1970 en The Morning After uit 1971. Maar het waren van origine liefhebbers en kenners van blues en oude R&B en soulmuziek van vóór hun tijd – een heel ander type. Ooit heb ik in de jaren tachtig wel eens twee van de groep live zien optreden in kleine setting, en het waren inderdaad rustige beschaafde mannen.
Oorsprong van de groep
Nu eerst over de groep en de groepsleden. De oerleden van de groep zijn leadgitarist/zanger J. Geils ( vet haar slicked back, voornaam Jerome) en Magic Dick (harmonica), echte naam Dave Salwitz. Hun eigenlijke lanceerbasis als groep was de stad Boston. Allen zijn geboren in New York of omgeving. In de midden jaren zestig waren ze nog een bluesgroep, met ook reeds bassist Danny Klein aka dr. Funk. Vervolgens trad rond 1967 de drummer Stephen Jo Bladd toe, en de extroverte ex-discjockey-leadzanger Peter Wolf, echte naam Peter Blankenfeld, afkomstig uit de Bronx, New York, en tenslotte organist Seth Justman. Ze hadden altijd voorkeur voor oud repertoire van zwarte blues- R&B- en doowop-artiesten als Otis Rush, Albert Collins, John Lee Hooker, The Contours en The Valentinos (de groep met Bobby Womack). Van de zesmansformatie waren Wolf en Justman de voornaamste songschrijvers. Hun platen bevatten altijd een groot aandeel eigen nummers. De eerste twee LP’s zijn meteen ook de echte hoogtepunten. Wat ik van hun het meest bewonder, komt van die platen.
Het legendarische debuut: The J. Geils Band (1970)
In 1970 mochten ze voor het belangrijke label Atlantic hun eerste LP opnemen: The J. Geils Band. Ze hadden in Boston, Detroit en omgeving een behoorlijke schare fans gekregen door hun opwindende live-optredens. Hun ‘oude’ muziek, gespeeld door vervaarlijk uitziende dudes, viel op tussen de kleurige psychedelische acts en de logge Britse (blues)rock van bijvoorbeeld de Faces en Deep Purple. Ik vind deze eerste plaat ongeëvenaard goed.
Wait
Nummer van Wolf & Justman. Het is het openingsnummer van hun eerste LP. Heel geraffineerd is het ingehouden behoedzame tempo en de prachtige climax naar het eind. Alleen voor deze LP maakt de groep gebruik van de diensten van de producers Dave Crawford en Brad Shapiro. De recensenten vinden de plaat in vergelijking met zijn opvolgers én de live-optredens wat te netjes en geremd. Crawford en Shapiro zijn nooit echt groot geworden, werkten wel met Wilson Picket (in 1976), Ben E. King en anderen. Ik vind de productie juist geweldig goed, beter dan die van hun vanaf de tweede optredende Bill Szymczyk. Deze werd beroemd als producer van de platen van de Eagles.
Cruisin’ For A Love
Heerlijk up-tempo bluesritme. De credits als schrijver zijn voor ene Juke Joint Jimmy. Dit is een alias van alle bandleden als gezamenlijke songschrijvers. Op diverse andere LP’s vind je Juke Joint Jimmy als sessiemusicus genoemd. Maar volgens internetschrijvers heeft niemand hem ooit gezien.
Ice Breaker (For the Big ‘M’)
Instrumentaal nummer van J. Geils. Prachtig staccato-ritme.
Hard Drivin’ Man
Een nummer van Wolf en Geils. Weer een overweldigende climax naar het eind in plaats van een gewone fade-out. Ondanks het jachtige ritme dat je vanaf het begin geboeid houdt, dendert de song-climax daar overheen.
Homework
Een cover van een nummer van de bluesgitarist Otis Rush uit 1962. Het is later ook op de plaat gezet door mensen als Peter Green, Robben Ford, The Mindbenders, Sam the Sham (van Wooly Bully), Dr. Feelgood en Nine Below Zero. Ik betwijfel of iemand het zo scherp kon uitvoeren als hier de J. Geils Band het doet.
First I look At The Purse
(Eerst kijk ik naar haar portemonnee.) Een humoristisch, net niet seksistisch verhaaltje over wat een man belangrijk vindt aan een vrouw. De virtuoos gedichte tekst is van Smokey Robinson, de voorzanger van The Miracles uit Detroit. Smokey was in de beginjaren van Motown mededirecteur van het label en de voornaamste leverancier van songs. Het nummer was bedoeld voor de groep The Contours van dat label Motown. The Contours waren een doowop-geïnspireerde zanggroep die uit de toon vielen, te hard en te onbeschaafd waren voor Motown met The Supremes en de Four Tops. Hier komt de integrale tekst van de song:
“Some fellas look at the eyes
Some fellas look at the nose
Some fellas look at the size
Some fellas look at the clothes
I don’t care if her eyes are red
I don’t care if her nose is long
I don’t care if she’s underfed
I don’t care if her clothes are worn
First I look at the purse!
Some fellas like the smiles they wear
Some fellas like the legs that’s all
Some fellas like the style of their hair
Want their waist to be small.
I don’t care if their legs are thin
I don’t care if their teeth are big
I don’t care if their hair’s a wig
Why waste time lookin’ at the waistline?
First I look at the purse!
A woman can be fat as can be,
kisses sweet as honey
But that don’t mean a thing to me
If you ain’t got no money
If the purse is fat… that’s where it’s at.
Some fellas like the way they walk
The way they swing and sway
Some fellas like the way they talk
Dig the things they say.
I don’t care if they wobble like a duck
or talk with a lisp
I still think I’m a good lover
if the dollar bills are crisp
First I look at the purse!
First I look at the purse!
First I look at the purse!
First I look at the purse!
I don’t care if you got yourself a rash
all I want is your pretty green cash
Bought me a suit, bought me a car
Want me to look like a Hollywood star
Money, (Money!) I want money (Money!)
Baby, ain’t no “why”, baby (Money!)
I need money!
First I look at the purse!
First I look at the purse!
First I look at the purse!
First I look at the purse!”
Houd in de gaten dat Smokey behalve de opsomming van uiterlijke minpunten ook heel compact en puur de mooie uiterlijkheden van een vrouw beschrijft.
Na de eerste LP nog éénmaal een topprestatie: The Morning After (1971)
Het plaatwerk van de J. Geils Band dat volgt op de eerste gelijknamige LP is:
- The Morning After (1971)
- “Live” Full House (live) (1972)
- Bloodshot (1973)
- Ladies Invited (1973)
- Nightmares… and Other Tales from the Vinyl Jungle (1974)
- Hotline (1975)
The Morning After uit 1971 vind ik zeker ook van absolute klasse. Je hoort groot verschil in de productie. Die is veel vetter en minder helder dan die van de eerste LP. Bepaalde topkwaliteiten worden beter over het voetlicht gebracht. Denk aan de spetterende afwisselende harmonica van Magic Dick en het bonkende drumritme. De gejaagde opgefokte sfeer van Peter Wolf’s zang komt ook meer naar voren.
Whammer Jammer
Dit instrumentale nummer is een der definitieve harmonica-showpieces uit de pop- en bluesmuziek.
Gotta Have Your Love
Er wordt een enorme energieboog gespannen. Je hoort hier al de ontwikkeling van stilistische hoogstandjes naar powerpop, het platspelen van de zaal.
Gonna Find Me A New Love
Weer dat swingende up-tempo bluesritme. De zanger Peter Wolf maakt volledig waar dat hij over zijn eigen, echte gevoelens zingt.
De live-LP Full House, opgenomen in Detroit, heeft de reputatie één der beste live-registraties uit de popgeschiedenis te zijn. Het is een doorsnede van de beide voorafgaande LP’s.
Neergang zet zich snel in
De LP Bloodshot (1973) is veel minder. De band worstelt met zijn identiteit en image. Men wil te veel op de Britse popgroepen uit die tijd als Slade of de Faces lijken, of blanke soulgroepen als Hall & Oates. Het is een pose. Het is ook goed mogelijk dat hun label Atlantic ze deze kant op tracht te duwen. Dat label heeft in 1973 juist zijn grote artistieke leider Jerry Wexler verloren na onenigheid. Het blad Oor, dat dan pas bestaat, heeft goed gezien dat de plaat niet goed is. Ladies Invited (1973) en ‘Nightmares’ (1974) hebben weer een hoog niveau van songs en uitvoering. Het zijn beide platen met een tamelijk zwaar geluid in lange uitgewerkte songs, waarbij er per LP enkele echt uitspringen. Het is knap en interessant, de harmonica en de lead-gitaar zijn in het totale geluid geschoven en soleren minder. Sommige songs zijn peinzend, introspectief van sfeer.
Chimes
Van Ladies Invited is Chimes zo’n ‘introspectief’ geslaagd nummer. Het is vijf minuten lang, en beschrijft hoe de ik-figuur niet kan slapen, en dan maar gaat wandelen door de stille nachtelijke stad. Introspectiever wordt het bij de J. Geils Band nooit!
Diddyboppin’
Een leuke finger poppin’ song.
Van Nightmares kies ik:
Stoop Down #39
Hierin haalt de band instrumentaal weer formidabel alles uit de kast.
I’ll Be Coming Home
Zanger Peter Wolf toont hier doorleefd verlangen om weer naar huis, naar zijn geliefde te komen. Ik denk dat de J. Geils Band een schoolvoorbeeld van een groep was die door uitputtend toeren snel opgebrand is geraakt.
Late commerciële bloei
Hotline uit 1975 is meer van hetzelfde. De voortdurende overdosis van hard geluid, hoog tempo en opgefokte zang gaat vermoeiend werken. De J. Geils Band is medio jaren 70 over zijn top heen, althans dat vind ik, en ontbeert ook een goede pers en doorslaand commercieel succes. Maar het Amerikaanse publiek begint de groep pas dan te waarderen… In 1981 is er een opleving met de LP Freeze Frame. We zien in een videoclip Peter Wolf niet meer met dat rattige voorkomen met zonnebril en baardje, maar een frisse kop zonder bril en met kort haar (new wave). In 1982 is er een late toegift van succes als de single Centerfold de top van de Amerikaanse hitparade haalt. De groep is dan al jaren slechts een commercieel vehikel.
In 2017 abrupt einde door overlijden J. Geils
Daarna komen de jaren van uit elkaar gaan en weer bij elkaar komen, langzamerhand in het oldies circuit. De groep komt in de jaren na 2000 geregeld bij elkaar voor reünie- concerten. Dit eindigt abrupt in 2017 als J. Geils op 11 april overlijdt. Hij speelde enkele van de snijdendste, mooiste gitaarsolo’s die ooit op de plaat zijn gezet (Homework en First I look At The Purse). Ik ben hem daarvoor altijd dankbaar.
Zie ook
» Doug Sahm en zijn Sir Douglas Quintet – Geschiedenis van een cowboy-hippie
» Little Feat – Geschiedenis van een cult-band
» Lyle Lovett – Geschiedenis van een ongewone countrymuzikant
» Ian Dury & The Blockheads – Geschiedenis van een groep virtuoze punkrockers
» Otis Redding – Geschiedenis van een groot soulzanger
» Kate & Anna McGarrigle – Geschiedenis van twee singer-songwritende zussen
» Buddy Holly – Geschiedenis van een muzikale vernieuwer
» Steely Dan – Geschiedenis van een unieke popband
» Latin-muziek: een grote verzameling muziekstijlen – Leer er meer over!
» Hiphop-geschiedenis: meer dan alleen rappen
» Elektrische gitaar: geschiedenis, klank en speeltechniek
De formule van gastblogger-muziekkenner Bart Dingemans is: het laten horen van hoogtepunten van het werk van door hem gekozen bijzondere artiesten, met een toelichting van muzikale en maatschappelijke context, wetenswaardigheden en anekdotes.
Hij is muziekenthousiast met een liefde voor de vele genres, binnen of net buiten het etiket popmuziek (blues, R&B, country, bluegrass, folk, jazz, soul, gospel, reggae). Hij wil liefhebbers verrijken met muziek die echt briljant is, maar die zij wellicht niet (goed) kennen. Want veel van het beste dat de popmuziek vanaf de begin jaren vijftig heeft voortgebracht, raakt langzamerhand vergeten. Het aanbod via internet, muziekwebsites als Spotify en radio etc. is zo verwarrend groot, dat velen afhaken. Of men kijkt niet meer verder dan de eigen vaste favorieten.
Bart Dingemans: “Wat goede muziek is, is subjectief. Maar op radio en televisie heersen overdag middelmatige en tot vervelens toe bekende muziek. Minder bekende muziek hoor je alleen ’s nachts. En de grote online muzieksites bevatten wel heel veel titels, maar missen helaas iedere impuls om iets nieuws te ontdekken.” In de gastblogs krijgt de lezer binnen het verhaal de songs van de gekozen muzikale hoogtepunten voorgeschoteld.
Nog geen reacties...