Elektrische gitaar: geschiedenis, klank en speeltechniek
Gepubliceerd op donderdag 30 april 2020
Wat zou de popmuziek zijn zonder de elektrische gitaar? Waar heeft dit muziekinstrument zijn enorme succes aan te danken? Hoe werkt zo’n ding eigenlijk? Wie zijn de beroemdste en meest invloedrijke elektrisch gitaristen? En wat voor speeltechnieken moet een goede gitarist beheersen? Dit alles – en meer – behandelen we in dit uitgebreide artikel over de elektrische gitaar. Inclusief video’s waarin de diverse gitaartechnieken en -klanken worden gedemonstreerd.
- Direct contact
- Pionierstijd
- Fender en Gibson
- De pick-ups
- Bijkomende voordelen
- Solid en hollow
- De versterker
- Vingers en plectrum
- Volume
- Slaggitaar
- Soleren
- Amerikaanse gitaristen
- Goed om te weten
- Invloedrijke gitaristen
- Hammer-on, pull-off en tappen
- Schuiven, benden en slide
- Zelf leren of les nemen?
- Afstelling en plaatsing versterker
- Doe de triltest
- Basispakket effectpedalen
- Zie ook
Direct contact
“Er is niets zo direct als de menselijke stem. Maar meteen daarna komen voor mij de snaren van een elektrische gitaar”, zegt gitarist Jaap Berends. “Door die snaren heb je heel direct contact met het instrument. Je kunt snaren op ongelooflijk veel verschillende manieren bespelen en daarmee kun je de gitaar op evenveel manieren laten klinken en zeggingskracht geven. Niet alleen als je soleert, maar ook als je een akkoord aanslaat. De elektrische gitaar is een instrument waarin je heel veel gevoel kunt leggen.” De voorloper van de elektrische gitaar is de akoestische gitaar. Wat is nu het wezenlijke verschil tussen deze twee? Bij een elektrische gitaar wordt de trilling van de snaren opgepikt door zogeheten pick-ups, ook elementen genoemd. Die zetten de trilling van de snaren om naar een elektrisch signaal, dat vervolgens naar een versterker wordt gestuurd. Er zijn ook gitaren met een piëzo-elektrisch element. Dat zijn eigenlijk geen elektrische gitaren, omdat het piëzo-elektrisch element werkt als een microfoon. In dat geval is dus sprake van een elektrisch versterkte (akoestische) gitaar. Over pick-ups straks meer, eerst duiken in we de geschiedenis van de elektrische gitaar.
Pionierstijd
De geschiedenis van de elektrische gitaar begint in de jaren twintig van de vorige eeuw. In die tijd kwamen de bigbands op (zie ook het artikel over jazz). Vanwege het volume van zo’n bigband ontstond de behoefte om de gitaar, die toen nog geheel akoestisch was, steeds harder te laten klinken. Daarom werden gitaren steeds groter en werden ze van stalen snaren voorzien. Maar op een gegeven moment was de grens bereikt. Het idee ontstond om het geluid van de snaren met ingebouwde magnetische elementen op te pikken (de zogeheten pick-ups) en dit geluid elektrisch te versterken. In 1931 was gitaarbouwer Rickenbacker de eerste die met zo’n gitaar kwam en die bovendien fabrieksmatig te produceren was. Maar doordat de gitaren een holle klankkast (hollow body) hadden, was er wel een technische beperking aan het doorversterken. Want holle gitaren zijn erg gevoelig voor feedback (rondzingen). Zodoende sloeg men aan het experimenteren met gitaren die waren voorzien van een massieve body (solid body). Een bekende pionier op dit gebied was Les Paul, die later zijn naam verbond aan een gitarenreeks van het bekende merk Gibson. Les Paul was een van de eersten die een solid body gitaar bouwde. Dat was begin jaren veertig. Hij ging er meerdere keren mee naar gitaarfabrikant Gibson. Die toonde echter geen interesse, waardoor de solid body gitaar van Les Paul een stille dood dreigde te sterven.
Eric Clapton en Slash – Foto Eric Clapton (bewerkt): Eric Clapton Rotterdam June 23, 1978, door Chris Hakkens, licentie CC BY-SA 2.0
Fender en Gibson
Begin jaren vijftig lukte het gitaarbouwer Leo Fender als eerste om solid body elektrische gitaren fabrieksmatig te produceren. Hij ontwierp een productieproces waarmee grote aantallen elektrische gitaren tegen zo laag mogelijke kosten konden worden geproduceerd. Dat waren de Fender Esquire en nog beroemdere Fender Telecaster. Daarmee werd de elektrische gitaar betaalbaar voor meer mensen, met name ook voor jongeren. Bovendien bleek de Telecaster met zijn doordringende geluid zich goed te lenen voor blues, R&B, country en rock ‘n’ roll. Steeds meer muzikanten ontdekten de Fender Telecaster. Dat deed Gibson beseffen dat ook zij met een solid body gitaar moesten komen. Daarom zochten ze alsnog contact met Les Paul en samen met hem ontwikkelde Gibson zijn eerste elektrische solid body gitaar. De naam van Les Paul werd aan de gitaar verbonden en zo kwam de eerste Gibson Les Paul op de markt. Inmiddels kennen we een enorm aantal verschillende gitaarmerken en nog een veel groter aantal kleine gespecialiseerde bedrijven die elektrische gitaren met de hand bouwen of customizen (‘aanpassen’). De gitaarmerken Fender en Gibson worden veelal beschouwd als de archetypen van de elektrische gitaar. Sommige gitaristen hebben een uitgesproken voorkeur voor één van de twee merken. Op internetfora vind je ook allerlei discussies hierover. Het verschil tussen een Fender en Gibson is wel te horen. Een Fender heeft meer treble en heeft een wat doordringender geluid, het geluid van een Gibson is wat warmer en ronder. Dat komt doordat bijna alle Gibson’s een gelijmde hals hebben en de Fender’s een geschroefde hals. Verder gebruikt Fender single coil pick-ups en Gibson gebruikt humbuckers (zie verderop). Overigens heeft bijvoorbeeld een Gretsch ook een heel eigen geluid. Zie ook ons artikel over de verschillen tussen Fender en Gibson.
De pick-ups
We duiken wat dieper in de techniek van de elektrische gitaar. De pick-up (element, in het Nederlands) is een cruciaal onderdeel van de elektrische gitaar. Het principe van de pick-up is een magneet met een spoeltje eromheen gewikkeld. Onder iedere snaar zit zo’n magneetje. De snaar doorsnijdt het magnetische veld van de magneet. Als de stalen snaar wordt aangeslagen, verandert het magnetische veld. Dat veroorzaakt inductie, waardoor in het spoeltje om de magneet een elektrische spanning wordt opgewekt. Die elektrische spanning gaat vervolgens naar een versterker, waar het als geluid uit komt. Er bestaan verschillende soorten pick-ups. De twee belangrijkste zijn de single coil pick-up (enkelspoel-element) en de humbucker (dubbelspoel-element). Op de foto en het schema hierboven is het verschil te zien. De single coil was er eerder dan de humbucker. Laatstgenoemde werd in 1955 uitgevonden door een technicus van het gitaarmerk Gibson. De humbucker was bedoeld om een probleem van de single coil pick-up te verhelpen, namelijk een brom. Die ontstaat door stoorinductie als gevolg van onder meer het oppikken van het magnetische wisselstroomveld in het versterkergedeelte. De humbucker heeft twee rijen magneet-spoel-combinaties. Daardoor heeft iedere snaar twee magneet-spoel-combinaties die de snaartrilling omzetten in een elektrisch signaal. Doordat de beide magneet-spoel-combinaties uit fase staan, wordt de brom gedoofd. Het ‘snaarsignaal’ wordt juist niet gedoofd maar verdubbeld, omdat de beide magneten een tegengestelde pool hebben.
Bijkomende voordelen
Bijkomend effect van de humbucker is dat hij een voller en warmer (‘vetter’) geluid geeft dan de single coil pick-up, die helderder is van toon. “Vroeger waren de fabrikanten niet met sound bezig, maar waren ze meer gefocust op het oplossen van technische problemen”, zegt Jaap. “Vervolgens ontdekten muzikanten de muzikale mogelijkheden van de nieuwe technieken en gingen daarmee experimenteren. Zo kwam Fender met de Stratocaster met drie pick-ups, waartussen je kon schakelen. Gitaristen vonden het weer mooier om ergens tussenin te gaan zitten en de sound van meerdere pick-ups te combineren.” Zo schijnt ooit de keuze van het hout voor de toets (het deel van de hals waar de snaren overheen lopen) een kwestie van uiterlijk te zijn geweest. De meest gebruikte houtsoorten hiervoor zijn het lichte maple (esdoorn) en het donkere rosewood (pallissander). Maar deze twee houtsoorten klinken ieder ook anders, dus kiezen gitaristen soms vanuit een muzikale voorkeur voor een bepaalde houtsoort op toetsen. Uiteraard is de houtsoort waaruit de hals en de body zijn vervaardigd ook van invloed op de sound. Dat is al een studie op zich. Zie ook het artikel over toets-houtsoort.
Solid en hollow
Wat betreft het model worden er voor de elektrische gitaar grofweg drie verschillende typen onderscheiden: solid body, semi-hollow body en hollow body. Bij de solid body is de body van massief hout. Een hollow body is hol en een semi-hollow body is ook hol, maar in deze body zit een massief blok hout in het midden. De Gibson ES335 (waar onder andere B.B. King op speelde) is daar een bekend voorbeeld van. De soort body is van grote invloed op de sound van de gitaar. Hoe holler een gitaar, des te meer de body ‘meedoet’ in het geluid. Hoe massiever een gitaar, des te meer het geluid van de snaren komt. Zou je een gitaar van beton hebben, dan hoor je alleen nog maar het snaargeluid. Hollow body-gitaren klinken warmer en doffer dan solid body gitaren. Ook zijn ze wat percussiever, er zit meer ‘plok’ in het geluid. Daardoor zijn ze geliefd bij jazzgitaristen. Een beperking van de hollow body-gitaren zit in de versterking. Doordat ze gevoelig zijn voor feedback, kunnen ze niet zo hard worden uitversterkt als solid body-gitaren.
Een gitaarversterker
De versterker
Onlosmakelijk verbonden met de elektrische gitaar is de versterker. Het aanbod hierin is enorm, met prijzen die ver uiteenlopen. Over gitaarversterkers kun je boeken vullen, maar we beperken we ons hier tot enkele alinea’s. Gitaarversterkers zijn onder te verdelen in twee groepen: buizenversterkers en transistorversterkers. Een belangrijk verschil is dat een buizenversterker (in het Engels een tube amplifier) het gitaargeluid directer doorgeeft dan een transistorversterker. Door een buizenversterker hoor je meer de ‘gitaar zelf’. Zeker als het een point-to-point versterker is. Dat is een versterker waarin alles met draadjes met elkaar verbonden is en niet via printplaten. Door dat directe geluid heeft een buizenversterker ook meer dynamiek dan een transistorversterker: de verschillen tussen zacht en hard zijn groter. Jazzgitaristen kiezen doorgaans voor een transistorversterker, omdat deze het geluid wat meer compressie geeft. Voor hen is dat prettig, omdat dan hun snel gespeelde chromatische lijntjes wat gelijkmatiger klinken. Een nadeel van buizenversterkers is dat ze duurder en kwetsbaarder zijn. “Op toer neem ik daarom liever een goedkope modeling-transistorversterker mee”, zegt Jaap. “Bovendien zijn die tegenwoordig zo goed dat ze het karakter van een buizenversterker heel dicht kunnen benaderen.”
Buizen in een buizenversterker
Vingers en plectrum
De keuze van gitaar, versterker en eventuele effectpedalen is uiteraard van grote invloed op je sound als gitarist. “Maar overschat dit niet”, zegt Jaap. “Je vingers zijn verreweg het meest bepalend voor je sound. Dat geldt voor de vingers van beide handen. Dit wordt door veel gitaristen onderschat.” Het bespelen van de snaren kan met de vingers en met een plectrum. Soms worden beide technieken gecombineerd. “Als je met de vingers speelt, kun je met je nagels of je vingers spelen”, legt Jaap uit. “Dat geeft al grote klankverschillen. Ook van invloed op het geluid is met hoeveel ‘vlees’ je met je vingers de snaren raakt: hoe meer vlees, des te warmer het geluid.” Op elektrische gitaren wordt veel met plectrum gespeeld. “Ook dan is handtechniek erg belangrijk. De klank wordt bepaald door de dikte van het plectrum, de manier waarop je het plectrum vastpakt, de manier waarop je het plectrum de snaar laat raken en de plaats waar je de snaar raakt.” Op onderstaande video wordt dit gedemonstreerd. Volgens Jaap zijn deze factoren veel meer bepalend voor het geluid dan bijvoorbeeld de keuze van een versterker. “Het duidelijkste bewijs hiervoor heb ik gezien en gehoord tijdens een optreden van gitarist Robben Ford in Duitsland. Normaal speelt Ford over hele dure versterkers van het merk Dumble. Maar de Dumble-versterker die hij bij zich had, was doorgebrand. Noodgedwongen speelde hij over een eenvoudige transistorversterker. Het klonk fantastisch. Ik vond het shockerend om te horen hoe weinig verschil het maakte. Overigens heb ik zelf mijn beste optreden als gitarist gegeven toen ik een keer noodgedwongen over de zanginstallatie moest spelen. Bovendien hoor je live lang niet zoveel detail in het geluid als in een studio-opname.” En daarmee komen we aan bij wat Jaap de ‘grootste gitaarziekte’ noemt, waar hij naar eigen zeggen zelf ook ernstig aan lijdt. “Dat is de neiging van veel gitaristen om te denken dat een nieuwe versterker of een speciaal effectpedaaltje de ‘genezing’ zal bieden voor de problemen in hun spel”, zegt Jaap. “Maar je kunt veel beter tijd investeren in hard studeren dan in eindeloos op Marktplaats rondsnuffelen naar apparatuur die jou verder moet helpen. Verlies je niet in de ‘gear-ziekte’ waar veel gitaristen aan lijden. Bovendien klinkt een versterker in iedere ruimte weer anders. Dat kan heel frustrerend zijn. Probeer een versterker daarom altijd in combinatie met je eigen gitaar of vraag in de winkel of je de versterker op proef mag meenemen. Mijn advies: koop goede spullen, sla daar niet in door en ga gewoon hard en veel oefenen.”
Volume
Via de versterkers komen we aan bij het onderwerp volume. Voor muzikanten nogal eens een heikel punt, omdat veel gitaristen de neiging hebben om hard te spelen. Daar is trouwens wel een technische verklaring voor, merkt Jaap op. “Een buizenversterker moet ‘duwen’. In het volumeverloop zit ergens een soort kantelpunt. Vanaf dat volume begint het geluid zijn karakter te krijgen. In zoverre is het begrijpelijk dat gitaristen volume willen maken. Maar het hoeft écht minder hard dan veel gitaristen denken.” Jaap constateert ook dat veel gitaristen met hun volume niet bewust genoeg omgaan met de dubbelrol die ze in een band vaak hebben, namelijk die van begeleider en die van solist. “Als ik begeleid op gitaar, wil ik graag dat de gitaar mooi in de mix valt. Als ik ga soleren, wil ik er bovenuit knallen. Daarom heb ik standaard in mijn set-up een volumepedaal zitten. Ik vind dat een must. Ik hoor nog wel eens gitaristen die altijd op ongeveer hetzelfde volume spelen. Met als gevolg dat ze in de begeleiding te hard klinken en in de solo’s niet boven de rest van de band uitkomen. Een volumepedaal is dan het ideale hulpmiddel. Bovendien verandert het niet de sound van je gitaar; alleen het volume verandert. Je klankverandering regel je met andere dingen.” Een zogeheten clean boost-pedaal kan ook als volumepedaal dienen, maar dan niet traploos.
Slaggitaar
We noemden al de rol van de elektrische gitaar als begeleidend instrument. Dat komt in de praktijk doorgaans neer op het ritmisch slaggitaar spelen. “Tachtig procent van de tijd speel je slaggitaar en maak je dus deel uit van de ritmesectie van de band”, zegt Jaap. “Goed slaggitaar spelen is moeilijk. Het is de kunst om voortdurend in de maat te blijven en strak te blijven met de drums.” Slaggitaar spelen is extra moeilijk als er niet op iedere kwart of achtste een hoorbaar slagje zit. Je loopt dan gemakkelijk uit het ritme. Jaap heeft hiervoor een goed advies: “Blijf ‘doorvegen’. Met andere woorden, je hand moet altijd doorgaan, ongeacht of je de snaren nu raakt of niet. Zo houd je je ‘handflow’ mooi constant en je houdt een lekkere groove. Deze techniek leent zich prima voor akkoorden, maar ook voor single notes. Je kunt er ook voor kiezen om zogeheten dead notes tussendoor te spelen, maar dat hoeft niet per se.” Op de video hieronder wordt dit gedemonstreerd. “Drummers zie je iets soortgelijks doen”, merkt Jaap op. “Die maken bewegingen die niet altijd geluid opleveren, maar wel de groove ondersteunen. Toetsenisten zie je ook nog wel eens ’trommelen’ op de toetsen, om dezelfde redenen. In dat opzicht hebben bassisten het moeilijker, want op een basgitaar kun je niet zo’n doorgaande beweging maken.” Volgens Jaap is timing het grootste probleem bij de meeste muzikanten. “Speel maar eens mee met een drumcomputer, neem het op en luister terug. Dat is ongelooflijk confronterend. Ikzelf heb ook jarenlang intensief geoefend om mijn timing goed te krijgen. Opnames van jezelf maken is daarbij een goed hulpmiddel.”
Soleren
Wat is eigenlijk het moeilijke van soleren? “Tijdens je solo blijven luisteren naar de rest van de band”, antwoordt Jaap. “Je ‘processor’ heeft voor het soleren zoveel ‘rekenkracht’ nodig, dat je al gauw op je eigen klok gaat spelen en niet op die van de band. Maar dat is wel te trainen. Oefen het soleren door te spelen met een drumcomputer of begeleidingsautomaat. Neem het ook op en luister het terug. Daar kun je veel aan hebben.” Jaap heeft nog een hulpmiddel in de aanbieding: “Ik heb veel geleerd door dingen te zingen. Daardoor leer je te fraseren, dus zinnen te maken. Verder is het belangrijk dat je twee handen heel goed met elkaar samenwerken tijdens het soleren. Trainen, trainen, trainen.” Net als bij slaggitaar is bij soleren een goede timing van cruciaal belang. “Als je timing bij slaggitaar al niet helemaal goed is, dan is het bij soleren doorgaans nog erger”, weet Jaap. “Veel gitaristen verliezen zich in snelle loopjes en gaan de mist in met hun timing. Stop met die loopjes en probeer eerst goed in de maat te spelen. Probleem is dat veel gitaristen denken dat ze met hun timing wel goed zitten. Maar je hebt een ‘luisteroor’ en een ‘speeloor’. Die moeten honderd procent synchroon zijn om tijdens het spelen te kunnen beoordelen of je qua timing goed zit. Dat moet je trainen. Opnames maken is daarbij wederom het ultieme hulpmiddel.” Timing is ontzettend belangrijk in de muziek. “Gitarist John Scofield zegt dat timing eerst komt, dan je toon en dan pas je notenkeuze. Het lastige is dat timing juist het moeilijkst is”, zegt Jaap. Zie ook het artikel over soleren over akkoordenschema’s.
Amerikaanse gitaristen
Tijdens zijn conservatoriumperiode heeft Jaap een jaar in Amerika gestudeerd, aan het Musicians Institute in Los Angeles. Daar heeft hij les gehad van onder andere Scott Henderson. Dat was een leerzame periode, zo heeft hij ervaren. “Ik wilde destijds graag de sounds van de bekende Amerikaanse gitaristen nadoen, zoals van Steve Luthaker en Scott Henderson. Die deden veel met effecten, maar ik had geen flauw benul hoe ze het allemaal aansloten en al puzzelend kwam ik er zelf niet uit. Ik vroeg me af of ze misschien met een mengpaneel (mixer) werkten en vroeg daarnaar in een Nederlandse muziekzaak, waar ze me voor gek verklaarden.” Jaap kreeg een beurs en stapte op het vliegtuig naar Los Angeles. “Een van de eerste dingen waar ik achter kwam, was dat ze toch wel een mengpaneel gebruikten”, lacht Jaap. “Tegenwoordig kun je dit soort dingen allemaal op internet ontdekken, maar in die tijd was er niets.” En dus moest Jaap het bij de bron zoeken. “Alle goede Amerikaanse gitaristen gaan naar New York en Los Angeles. De country-gitaristen gaan naar Nashville. In Amerika heb je dus enorme concentraties van goede gitaristen. Dit in tegenstelling tot Europa, daar zitten ze allemaal verspreid en daardoor zien deze gitaristen elkaar eigenlijk nooit. Maar in Amerika wel. Sterker nog, ze gaan ook allemaal naar dezelfde muziekzaak om hun spullen te kopen. In Los Angeles is dat de Bob Bradshaw Custom Audio Shop. Daar kunnen ze je precies vertellen welke apparatuur de beroemde gitaristen gebruiken en hoe ze het hebben aangesloten.” In Amerika heeft Jaap veel geleerd over gitaarsound. “Daar weten ze in Amerika veel meer van dan hier in Europa. Ook heb ik daar geleerd dat je het als gitarist vooral van je vingers moet hebben, wat ik eerder al vertelde. Als je je vingers goed gebruikt, kun je alle ‘classic sounds’ maken. Ongeacht over welke versterker je speelt. Ik merk zelf ook dat hoe verder ik me ontwikkel als gitarist, hoe minder bepalend het is over welke versterker ik speel.”
Goed om te weten
Invloedrijke gitaristen
De afgelopen zeventig jaar heeft een enorm aantal geweldige gitaristen opgeleverd. In dit overzicht van belangrijke gitaristen beperken we ons tot de ‘grootmeesters’ die grote invloed hebben gehad op de gitaristen die na hen kwamen.
Les Paul (1915-2009) is een belangrijke pionier geweest in de ontwikkeling van de gitaar (zie artikel hierboven) en was ook een goede gitarist. Hij had niet echt een eigen sound, maar speelde eigenlijk ‘akoestisch’ op een elektrische gitaar.
B.B. King (1925-2015) was de eerste gitarist waarvan iedereen ‘van zijn stoel viel’. Deze bluesgitarist maakte een heel eigen sound op een Gibson ES335 gekoppeld aan een Fender Twin Reverb versterker. Volgens overlevering was hij ook de eerste die zijn snaren opdrukte (benden; zie verderop).
Jimi Hendrix (1942-1970) was een fabelachtige gitarist die zo’n beetje alles heeft uitgevonden wat je in de rock op een elektrische gitaar kan doen. Tot grote frustratie voor andere gitaristen, want na Jimi viel er bijna niets nieuws meer te bedenken. Hij stierf op zijn 27e aan een overdosis slaappillen in combinatie met alcohol.
De Brit Eric Clapton (1945) is naast gitarist minstens zo bekend als songwriter en zanger. Een virtuoze gitarist, met wortels in de blues en rock. Over het belang van Eric als invloedrijke gitarist zijn de meningen verdeeld, maar we vonden dat hij toch in dit overzicht thuishoorde.
Stevie Ray Vaughan (1954-1990) wordt door velen gezien als de ultieme bluesgitarist, die overigens duidelijk is beïnvloed door Jimi Hendrix. Stevie speelde heel intens, was verschrikkelijk goed in toon en timing en er zat ongelooflijk veel swing in zijn gitaarspel. Helaas kwam hij om in een helikoptercrash.
Allan Holdsworth (1946-2017) had een virtuoze speeltechniek ontwikkeld die bijna niemand kan imiteren, maar waarmee hij wel veel gitaristen in de rock en blues heeft beïnvloed.
De Nederlander Eddie van Halen (1955) is de gitarist die het tappen bekend heeft gemaakt en als rockgitarist heeft hij een eigen sound en stijl die je meteen herkent.
Chet Atkins (1924-2001) was een gitarist die belangrijk is geweest voor de fingerpicking-techniek.
Mike Landau (1958) is een gitarist die op heel veel opnames staat en een van de besten ter wereld is als het gaat om gitaarsound en het met gitaar smaakvol invulling geven aan een song.
De elektrische gitaar werd en wordt ook in de jazz gebruikt. Belangrijke jazzgitaristen zijn George Benson (1943), Pat Metheny (1954), John Scofield (1951) en Mike Stern (1953).
https://www.youtube.com/watch?v=PuVK9jwBRBU
Belangrijke countrygitaristen zijn Albert Lee (1943) en Brent Mason (1959).
Op een ontelbaar aantal platen en cd’s wordt meegespeeld door de Westcoast-gitaristen Robben Ford (1951) en Larry Carlton (1948).
Als beste Nederlandse gitarist wordt door velen genoemd: Peter Tiehuis, die onder meer speelt bij het Metropole Orkest. “Hij is een van de weinige gitaristen die je na een paar noten meteen herkent”, aldus Jaap Berends.
Hammer-on, pull-off en tappen
Een bekende speeltechniek op gitaar is hammer-on in combinatie met pull-off. Daarbij hamer je als het ware met de vingers van je ‘halshand’ op de snaren. Hammer-on is het slaand indrukken van een snaar, pull-off is het weer loslaten van die snaar. Door dit op een snaar te doen, slaat de snaar tegen de fret aan die voor je vinger ligt. Daardoor klinkt het alsof die snaar wordt bespeeld. Het is een hulpmiddel om snelheid te kunnen maken als je het met je plectrumhand niet kunt redden. Zo kun je een hele toonladder spelen door maar één keer met het plectrum een snaar aan te slaan. Zeker zo belangrijk is dat het muzikaler en lyrischer klinkt dan iedere noot apart aanslaan op de snaar. Op de video’s hieronder wordt deze speeltechniek gedemonstreerd, evenals het zogeheten tappen. Ook dit speelt zich af op de hals van de gitaar.
Schuiven, benden en slide
Een bekende speeltechniek op gitaar is het schuiven. In de blues wordt dit veel gedaan. Je krijgt er meer zang door in je spel. Dan is er nog de techniek van het benden: het optrekken van de snaren, waardoor de toonhoogte stijgt. Dat kan op verschillende manieren en het is een techniek die onmisbaar is in de popmuziek. Grote solo’s in de blues, rock en pop beginnen vrijwel allemaal met een bend. Vaak wordt benden gecombineerd met het maken van vibrato, een kunst op zich. Het spelen met een slide (zie foto) is een techniek die voortkomt uit de vroege blues. In die tijd waren de snaren nog te dik om te benden. Het gitaarspel kent overigens veel verschillende slide-technieken, gecombineerd met bepaalde stemmingen van de gitaar. Op de video’s hieronder worden alle genoemde technieken gedemonstreerd.
Zelf leren of les nemen?
Aardig wat gitaristen zijn autodidact: ze hebben het gitaarspelen zichzelf geleerd. Of hadden ze toch beter les kunnen nemen? “Het klinkt misschien vreemd uit de mond van iemand die zelf hoofdvakdocent is geweest aan het conservatorium, maar ik vind er veel voor te zeggen om gitaarspelen jezelf te leren”, zegt Jaap. “Er zijn namelijk geen algemeen geldende wetten voor het gitaarspelen. Er is geen methode die voor iedereen het beste is. Ikzelf ben beter gaan spelen toen ik mijn halshand meer zijwaarts ben gaan houden. Ik vind het veel lekkerder spelen dan de klassieke rechte handhouding. Iets soortgelijks geldt voor je lichaamshouding. Als ik keurig rechtop zit, krijg ik last van mijn schouder. Als ik kromgebogen over mijn gitaar hang, heb ik nergens last van. Maar dat is voor ieder weer anders.” Het advies van Jaap? “Kijk naar de gitaristen die jij goed vindt klinken en zoek uit hoe ze het doen. Investeer veel tijd in het leren gitaarspelen. Loop je tegen problemen aan waar je zelf niet uitkomt, ga dan naar een leraar.” Lees ook het artikel Gitaarles en gitaarleraar: heb je dat nodig?
Afstelling en plaatsing versterker
De afstelling van een gitaarversterker is een vak apart. “Vaak draaien gitaristen er te veel hoog in, waardoor het geluid te schel wordt”, zegt Jaap. Plaatsing van een gitaarversterker is ook een lastig verhaal. Meestal staat de versterker op de grond. Gitaargeluid heeft veel mid en hoog en is daardoor richtinggevoelig. Vanuit een versterker op de grond ‘blaast’ het geluid langs de knieën van de gitarist. Daardoor is hij vaak degene die zijn eigen geluid het slechtste hoort. Dat zet weer aan tot het hoog opdraaien van het volume. De versterker op oorhoogte zetten is niet de oplossing. Op die hoogte hoor je te veel dynamiek en dat is niet prettig. “Een gitaarversterker moet op zijn minst op kniehoogte staan”, vindt Jaap. “De beste plek vind ik zelf op de hoogte van de gitaar. Het geluid van de versterker gaat dan inwerken op de snaren, waardoor de versterker echt gaat leven.” Lees ook het artikel Gitaarversterker instellen: 5 tips voor beginners.
Doe de triltest
Tijdens zijn conservatoriumjaar in Amerika heeft Jaap iets heel handigs én belangrijks geleerd: de eerste check van een elektrische gitaar. “Ga je een gitaar kopen en zie je een geschikte kandidaat? Doe dan in ieder geval eerst de volgende controle: pak de gitaar aan het einde van de hals en laat hem losjes hangen. Sla de snaren aan en voel met je vrije hand of de body trilt. Als de body niet trilt, is de gitaar niet in orde. De body móet trillen als je deze test doet.”
Basispakket effectpedalen
Het aanbod in effectpedalen is minstens zo groot als het aanbod in gitaren. Maar welke effectpedalen zijn een must voor iedere gitarist? Met andere woorden, hoe ziet het basispakket effectpedalen voor een gitarist eruit? “Je moet in ieder geval een pedaal hebben waarmee je een scheurgeluid kunt maken”, zegt Jaap. “Zelf heb ik een Tube Screamer van Ibanez. Die kan ik gebruiken als distortionpedaal, maar ook als clean boost. Een delay-pedaal behoort ook tot de standaarduitrusting van een gitarist. Speel je popmuziek, dan heb je ook een chorus-pedaal nodig, om een mooi ‘zweefgeluid’ te krijgen. Speel je country, dan heb je ook een compressiepedaal nodig.”Tot de standaarduitrusting van Jaap behoort verder een volumepedaal (zie boven), maar dat is geen effectpedaal. “En zorg dat je altijd genoeg reservespullen bij je hebt: adapters, batterijen, kabels, buizen, verloopkabels, plectrums, eurostekkers, haspels enzovoorts. Ik heb die spullen in een speciaal koffertje, dat ik altijd bij me heb.”
Zie ook
» Elektrische gitaren (solid body)
» Semi-akoestische gitaren (hollow body)
» Elektrische kindergitaren
» Lap steel-gitaren
» Elektrische reisgitaren
» Gitaarversterkers
» Effectpedalen
» Alle Gitaren & Accessoires
» 5 fascinerende feitjes over de elektrische gitaar
» Wat is de beste elektrische gitaar voor mij?
» Wat is de beste gitaarversterker voor mij?
» Alle Gitaar-Keuzehulpen
» Welke gitaar heet Izabella?
» Zo verkoop je je tweedehands gitaar het snelst
» Gitaar en toetsen in een band – Kunnen ze vriendjes worden?
» Open stemmingen voor gitaar: probeer ze eens uit!
» Gitaarles en gitaarleraar – Heb je dat nodig?
» Soleren over akkoordenschema’s
» Gitaarakkoorden leren spelen voor beginners
» Gitaarversterker instellen – 5 tips voor beginners
» Hoe kan ik een gitaar aansluiten op mijn computer?
» Hoe vervang je de snaren op een elektrische gitaar?
» Akoestische of elektrische gitaar – Waarmee moet ik beginnen?
» Fender vs. Gibson: wat zijn de verschillen?
» Gitaar in Drop D stemmen: hoe en waarom
» Hoe word ik gitarist? Alles voor beginners
» Elektrische gitaar afstellen
» Gitaar spelen als Steve Vai: zijn gitaren, stijl en technieken
» Online gitaar kopen: waarom wordt hij niet afgesteld geleverd?
» Gitaar stemmen? Hier lees je hoe dat moet!
» Stratocaster versus Telecaster: de verschillen verduidelijkt
Nog geen reacties...