Interview Oliver Heldens: Hollandse held in de house-scene
Gepubliceerd op donderdag 1 december 2016
De 21-jarige Nederlandse dj/producer Oliver Heldens stond in 2015 op nummer 12 in de DJ Mag Top 100. Het nummer Gecko zorgde een jaar eerder voor zijn grote doorbraak. Het leverde hem ook een goede vriendschap met DJ Tiësto op. Inmiddels heeft Heldens een eigen label, Heldeep Records, en mag hij een dj-avond organiseren in de Amsterdamse Heineken Music Hall. Bax Music Magazine vraagt de house-held naar zijn belangrijkste co-producties en mooiste ervaringen.
Tekst: Patrick Lamberts
Oliver Heldens, het scheelt maar één letter met Olivier Heldens, zoals de Rotterdamse dj/producer wordt geboren. Sinds 2012 zit de electrohouse/deephouse-artiest bij het fameuze dancelabel Spinnin’ Records en brengt hij onder zijn alias muziek uit. De jonge Heldens breekt in 2014 door dankzij Gecko (Overdrive), een herbewerking van het instrumentale Gecko met zang van Becky Hill. Deze versie met vocalen wordt een nummer-1-hit in de UK en brengt Heldens tot de 34e plaats in de DJ Mag Top 100, een internationale graadmeter voor succesvolle EDM-artiesten.
Intussen is er contact gelegd met dj Tiësto met wie Heldens het instrumentale Wombass en diens vocale tegenhanger The Right Song maakt. Heldens’ populariteit stijgt, evenals zijn positie in de DJ Mag Top 100, want in 2015 staat hij op nummer 12. Als Bax Music Magazine in september 2016 met de jonge, succesvolle dj belt, zit hij in Los Angeles om een week lang met uiteenlopende songwriters aan nieuwe liedjes te sleutelen. Weer eens wat anders dan alleen op je zolderkamer bivakkeren om beats te perfectioneren!
Oliver, is dj/producer een eenzaam beroep?
“Ik heb sowieso altijd een geluidsman en tourmanager aan mijn zijde. Vaak gaat ook mijn broertje, mijn moeder of een vriend mee, en mijn manager is er eveneens geregeld bij. Daardoor voel ik me zelden eenzaam. Nu zit ik bijvoorbeeld in L.A. muziek te maken samen met allerlei mensen die gespecialiseerd zijn in het schrijven van hits, vooral van die vette housetracks voor op de dansvloer.”
Je bent in 1995 geboren. Wanneer besefte je dat je geen doorsnee leven zou leiden?
“Dat was ergens in 2013, in de week dat ik de track Gecko naar Tiësto opstuurde. Hij reageerde heel snel, binnen een kwartier of zo. Hij was super-enthousiast en wilde me spreken via Skype. Een week later ontmoette ik hem in Amsterdam. Toen besefte ik dat het wel echt iets kon worden.”
DJ Tiësto als mentor
Hoe belangrijk is Tiësto voor je, op professioneel en persoonlijk vlak?
“Tiësto is een legende. Hij wordt gezien als iemand die goede nieuwe acts oppikt, dus het is een eer als hij je erkent. Hij is voor mij ook een goede mentor. Ik kan altijd bij hem terecht voor advies en soms gaan we samen eten. De eerste keer dat ik hem ontmoette, was ik superzenuwachtig. Toen ik bij zijn hotelkamer aankwam en hij de deur opendeed, begroette hij me heel hartelijk en gaf hij me een handdruk. Dankzij zijn ‘down to earth’ houding was de spanning bij mij meteen weg. We hebben een uur lang lopen lullen, onder meer over mijn achtergrond en de dingen die we leuk vinden. Er was meteen een klik.”
Wat is Tiësto’s beste advies tot nu toe?
“Dat zijn allemaal kleine dingen die in gesprekken naar voren komen. Voor mij is het goed dat hij zaken soms van een andere kant bekijkt. Dat zet mij weer aan het denken. Maar ik moet eerlijk bekennen dat ik niet altijd zijn advies opvolg. Ik breng bijvoorbeeld ook muziek uit onder de noemer HI-LO. Tiësto vond dat ik te vroeg met dat alias kwam. Maar het gaf me een stuk vrijheid. Ik kan nu twee uiteenlopende stijlen maken en zelf bepalen wat ik onder welke naam uitbreng. Oliver Heldens is meer ‘housy’ en als ik bijvoorbeeld eens iets meer trance-achtigs wil maken, dan kan ik HI-LO inzetten en hoef ik de muziek niet per se meer house-achtig te maken om het maar onder de naam Oliver Heldens te kunnen uitbrengen. Tiësto zei dat ik er gewoon schijt aan moest hebben en alles onder mijn eigen naam kon uitbrengen. Mensen als Tiësto of Skrillex zijn ook niet te beroerd om feedback te geven op beats of tracks. Ik neem hun commentaar altijd in overweging, want zij hebben hun status echt wel verdiend, maar uiteindelijk ga ik toch altijd op mijn eigen gevoel af.”
Wombass: het juiste nummer
Van Wombass, het instrumentale duet van jou en Tiësto, is ook een versie met vocalen van Natalie La Rose gekomen, genaamd The Right Song. Hoe is de basis van het nummer tot stand gekomen?
“De eerste keer dat ik Tiësto ontmoette, opperde hij meteen om in de toekomst samen te werken. Hij vroeg me op een paar van mijn tracks te sturen om er eentje uit te kiezen om aan te werken. De eerste versie van Wombass – die toen nog niet zo heette – stuurde ik in de zomer van 2014. Die demo bestond uit een melodietje, bassline en een drop. Dat vond hij supervet. Vervolgens hebben we er samen verder aan gewerkt. In de winter van 2015 hebben we het als Wombass uitgebracht. De track stond een paar weken op nummer 1 op Beatport en het werkte uitstekend in de live-set. Toen toonden major labels, zoals Universal en Warner, veel interesse om er een vocale track van te maken. Met zo’n andere versie kunnen we weer een heleboel andere mensen bereiken, dus dat leek ons leuk. Wij vonden de versie met Natalie La Rose het vetst, dus die hebben we uitgebracht.”
Welke hardware en software heb je voor Wombass/The Right Song gebruikt?
“Het nummer is in Fruity Loops gemaakt. Het geluid in de break is met een combinatie van Sylenth1 van LennarDigital en Massive van Native Instruments gedaan, met wat extra distortion er overheen en wat dingetjes op de fx-kanalen. Elke synth die je hoort heb ik zelf ontworpen. Behalve de violen. Die komen uit Nexus (reFX – red.), net als de arpeggio.”
Dieren- en mensenvriend
En hoe is je nieuwe track Flamingo opgebouwd?
“Ik vond een pakket van ‘old school’ geluiden. Daar heb ik een paar geluiden van gepakt en aangevuld met bijpassende ‘layers’. Die bewerkte ik vervolgens met onder meer Guitar Rig, een plug-in van Native Instruments die ik tegenwoordig veel gebruik. Zoals wel vaker, probeerde ik verschillende basslines uit bij de melodie en luisterde welke het beste werkte qua ritme, melodie en sound. Na veel uitproberen heb ik uiteindelijk gekozen om in de break van Flamingo iets melodieus te doen met strijkers en synthesizergeluiden. Daarvoor heb ik Kontakt van Native Instruments gebruikt. De bassline komt uit Sylenth1, een ‘virtual analog VSTi synthesizer’. Er zijn ook nog twee layers te horen waarvan ik niet meer precies weet of ze nou uit Massive of ook uit Sylenth1 komen. De percussie – die best typerend voor de track is – heb ik gevonden in een soort afro/latin/tribal-bibliotheek.”
Flamingo, Gecko, Panther, Koala en meer: je refereert vaak naar dieren in je songtitels. Ben je zo’n grote dierenvriend?
“Ik denk het wel. Ik ben ook gewoon een mensenvriend hoor, haha! Het begon met Gecko. Ik wilde voor mijn plaat een gekke naam, want mijn plaat was ook een beetje gek. Toen dacht ik aan een gek dier en zo kwam ik op Gecko. Toen ik een sexy, zomerse, exotische track had gemaakt, dacht ik na over een passende dierentitel. Zo kwam ik op Flamingo.”
Eigen label, eigen show
Hoe is Heldeep Records, jouw eigen sublabel van Spinnin’ Records, ontstaan?
“Het is ontstaan vanuit mijn Heldeep Radio-show. Ik ontving veel platen van jonge, getalenteerde producers, zoals Curbi en Fox Stevenson. Om die talenten een kans te geven, richtte ik een eigen label op. Het gaat heel goed. Dj’s willen graag bij mij op het label, omdat ik een bepaalde doelgroep bereik die andere labels niet bereiken.”
Op 3 december mag je zelf een complete show in de Heineken Music Hall in Amsterdam organiseren (de popzaal zal vanwege een overname vanaf 1 januari 2017 AFAS Live gaan heten). Hoe vind je dat?
“Het is een droom die uitkomt. Ik heb op een gegeven moment wel gedacht dat ik ooit eens in de Heineken Music Hall zou kunnen optreden, maar met een eigen show die ik zelf helemaal mag samenstellen had ik dan weer niet verwacht. Bizar eigenlijk! In mijn eigen sets ga ik naast eigen muziek veel edits van andermans tracks draaien. En er zullen klassiekers tussen zitten: van ABBA tot Oliver Heldens-favorieten. Behoorlijk divers dus. Er komt een heel ‘dikke’ line-up. We gaan zeven of acht uur feesten met diverse gast-dj’s, onder wie Chocolate Puma, Curbi en Zonderling.”
Wanneer heb je voor het laatst kippenvel gehad tijdens een van je optredens?
“De eerste paar shows met HI-LO zijn heel speciaal geweest. Mensen begrepen precies wat ik wilde bereiken, ook al was het weer iets heel anders dan ze van me gewend zijn. Om een specifiek moment te noemen: de Heldeep Pool Party tijdens Miami Music Week. Een redelijk bescheiden pool party met zeshonderd fans waar een heel goede sfeer heerste. Ik had nog veel langer willen draaien!” ♦
Dit interview verscheen eerder in Bax Music Magazine (Najaar 2016).
Nog geen reacties...